Uitspraak
mr. A.D. Flesseman, gevestigd te Amsterdam,
mr. D. De Jong, gevestigd te Amsterdam.
1.Het geding in hoger beroep
2.Grieven
3.Feiten
4.Beoordeling
5.Beslissing
donderdag 27 mei 2010 om 09.30 uur;
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de stichting Stichting De Stadhouder tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Oberon Bouw B.V. De Stadhouder is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank te Amsterdam, waarin haar vordering tot schadevergoeding werd afgewezen. De zaak betreft een geschil over de verkoop van appartementsrechten en de vermeende misleiding door Oberon met betrekking tot belangrijke informatie over een huurster, mevrouw [A]. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de stellingen van De Stadhouder, die stelde dat Oberon haar had bedrogen door informatie over de verhuizing van mevrouw [A] achter te houden. De Stadhouder vorderde een schadevergoeding van NLG 370.000,--, terwijl Oberon in reconventie schadevergoeding opmaakte bij staat vorderde, gerelateerd aan een door De Stadhouder gelegd beslag. Het hof heeft de Stadhouder toegelaten tot het leveren van nader bewijs, waarbij getuigen kunnen worden voorgebracht. De beslissing over de verdere procedure is aangehouden, en een datum voor de getuigenverhoren is vastgesteld op 27 mei 2010.