ECLI:NL:GHAMS:2010:BL9020
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M. Wigleven
- A.L. Diender
- J.E. Doek
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van WSS in hoger beroep tegen beschikking inzake bewind en mentorschap
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 februari 2010 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming (WSS) in haar hoger beroep tegen een beschikking van de kantonrechter in Haarlem. WSS had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 20 juli 2009, waarin de moeder van [X] was benoemd tot bewindvoerder en mentor. WSS stelde dat zij belanghebbende was, omdat zij [X] gedurende 2,5 jaar had begeleid, ook al was [X] inmiddels meerderjarig en stond zij niet meer onder toezicht van WSS.
Tijdens de zitting werd door de advocaat-generaal betoogd dat WSS geen partij was in deze procedure en dat het openbaar ministerie als verzoeker in eerste instantie de aangewezen appellant was. Het hof overwoog dat volgens artikel 358 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) alleen de verzoeker en belanghebbenden hoger beroep kunnen instellen. Artikel 798 Rv definieert belanghebbenden als degenen op wiens rechten of verplichtingen de zaak rechtsreeks betrekking heeft. Het hof concludeerde dat WSS niet als belanghebbende kon worden aangemerkt, omdat de bestreden beslissing geen betrekking had op de rechten of verplichtingen van WSS, nu [X] niet meer onder toezicht stond van WSS.
Het hof verklaarde WSS niet-ontvankelijk in haar hoger beroep, waarmee de beschikking van de kantonrechter in Haarlem in stand bleef. Deze beslissing werd openbaar uitgesproken op 15 februari 2010 door de meervoudige kamer van het Gerechtshof Amsterdam, bestaande uit mrs. M. Wigleven, A.L. Diender en J.E. Doek, in tegenwoordigheid van mr. F.J.E. van Geijn als griffier.