Het verzoekschrift strekt tot het verkrijgen van een vergoeding uit ’s Rijks kas terzake van de kosten die de verzoeker stelt te hebben gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van de strafzaak met voormeld parketnummer, alsmede ten behoeve van het opstellen, indienen en in raadkamer toelichten van dit verzoekschrift en de gelijktijdig ingediende verzoekschriften op de voet van artikel 89 en 591 Sv, welke kosten in het verzoekschrift, in de schriftelijke reactie van de advocaat van 1 februari 2010 en bij de pleitnota van de advocaat van 3 maart 2010 als volgt zijn gespecificeerd - zakelijk weergegeven -:
a. € 136.850,-, zijnde kosten in verband met rechtsbijstand, verleend ten behoeve van de strafzaak door de advocaten van de verzoeker, welke kosten als volgt zijn opgesplitst:
- € 107.100,-, kosten 1e aanleg (facturen Kuijpers & Van der Biezen),
- € 29.750,-, kosten hoger beroep (facturen Jahae Advocaten),
b. € 55.143,65, zijnde overige kosten die de verzoeker stelt te hebben gemaakt ten behoeve van rechtsbijstand, welke kosten als volgt zijn opgesplitst:
- € 6.997,95 (in voornoemde schriftelijke reactie verlaagd van € 7.241,15 naar € 6.997,95), kosten Admiraal & Hoes accountants,
- € 20.070,- (in voornoemde schriftelijke reactie verlaagd van € 23.883,- naar € 20.070,-), kosten Van der Mark & Partners Belastingadviseurs BV,
- € 1.727,50 (in voornoemde schriftelijke reactie verlaagd van € 2.055,73 naar € 1.727,50), kosten Kalff Katz & Koedooder advocaten,
- € 1.348,20 (in voornoemde schriftelijke reactie verlaagd van € 1.604,36 naar € 1.348,20), kosten Bos & Partners advocaten,
- € 25.000,-, kosten mr. A.A. Franken (inzake advies en rapport deskundigen),
c. € 249,95 (1305 km x € 0.19), zijnde reiskosten die de verzoeker ten behoeve van het onderzoek en de behandeling van de strafzaak heeft gemaakt,
d. € 36.746,95, zijnde de kosten van juridische bijstand in verband met een BIBOB-procedure, welke kosten als volgt zijn opgesplitst:
- € 356,25 (in voornoemde schriftelijke reactie verlaagd van € 423,94,- naar € 356,25), kosten mr. M.T.M. Koedooder,
- € 25.959,40 (in voornoemde schriftelijke reactie verhoogd van € 23.806,26 naar € 25.959,40), kosten mr. J.E. van Rossem,
- € 10.431,30 (aanvankelijk € 5.926,20; bij voornoemde pleitnota zijn aanvullende nota’s, van 2 februari 2010 ten bedrage van € 995,89 respectievelijk van 2 maart 2010 ten bedrage van € 3.509,21, in de procedure gebracht), kosten mr. Jahae,
e. de wettelijke rente over alle door de verzoeker gemaakte kosten,
f. € 32.715,81 plus een aanvullend bedrag, zijnde de werkelijk door de advocaat aan de verzoeker in rekening gebrachte kosten verband houdende met het opstellen, indienen en in raadkamer toelichten van het onderhavige verzoekschrift en de verzoekschriften op de voet van de artikelen 89 en 591 van het Wetboek van Strafvordering.
De advocaat heeft in dit verband de navolgende declaraties in de procedure gebracht:
- € 756,84 (declaratie 4 september 2009) en € 2.838,15 (declaratie 6 oktober 2009),
- € 7.795,45 (declaratie 4 november 2009) en € 4.530,95 (declaratie 6 januari 2010), gevoegd bij voornoemde schriftelijke reactie,
- € 4.157,13 (declaratie 2 maart 2010) en € 12.637,29 (declaratie 2 februari 2010), gevoegd bij voornoemde pleitnota,
- € 1.755,25 (declaratie 15 januari 2010), € 6.426,- (declaratie 22 januari 2010) en € 1.755,25 (declaratie 6 november 2009), gevoegd bij voornoemde pleitnota.
Daarnaast heeft de advocaat verzocht een aanvullend bedrag toe te kennen voor zijn werkzaamheden in verband met de zitting van 3 maart 2010.