ECLI:NL:GHAMS:2010:BM0596
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- A. Chorus
- M. Dun
- Gonggrijp-van Mourik
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep beschikking inzake schadevergoeding in Kolbakzaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Haarlem van 19 maart 2009, waarin de verzoeker niet ontvankelijk werd verklaard in zijn verzoek om schadevergoeding. De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.A. van der Horst, had een schadevergoeding van € 143.282,- gevorderd van de Staat, als gevolg van de ondergane verzekering en voorlopige hechtenis in een strafzaak. De rechtbank oordeelde dat de verzoeker een overeenkomst had gesloten met het openbaar ministerie, waarin was afgesproken dat er geen verzoek tot schadevergoeding zou worden ingediend indien het openbaar ministerie het hoger beroep zou intrekken. Dit leidde tot de niet-ontvankelijkheid van de verzoeker.
Het hof heeft de stukken van de strafzaak bestudeerd en de advocaat-generaal en de advocaat van de verzoeker gehoord tijdens de openbare behandeling. De verzoeker was niet verschenen, maar het hof oordeelde dat het hoger beroep tijdig was ingesteld. Het hof bevestigde de rechtbank in haar oordeel dat er geen regels zijn die in de weg staan aan een dergelijke afspraak tussen het openbaar ministerie en de verdachte, mits de beginselen van een behoorlijke procesorde in acht worden genomen. Het hof concludeerde dat de contacten tussen het openbaar ministerie en de advocaat van de verzoeker correct waren verlopen en dat er geen sprake was van druk of dwang.
Desondanks oordeelde het hof dat de afspraak niet in de weg staat aan de ontvankelijkheid van het verzoek om schadevergoeding. Het hof weegt de omstandigheden van de zaak en de gemaakte afspraak, maar concludeert dat er onvoldoende gronden van billijkheid zijn voor toekenning van de verzochte schadevergoeding. Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank, maar wijst het verzoek om schadevergoeding af. De beschikking is gegeven door de achtste meervoudige strafkamer van het gerechtshof te Amsterdam en is uitgesproken op 1 april 2010.