ECLI:NL:GHAMS:2010:BM3094
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- G.J. Driessen-Poortvliet
- A.L. Diender
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek gezamenlijk ouderlijk gezag na incidenten en slechte communicatie tussen ouders
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 13 april 2010, is het verzoek van de vader om gezamenlijk ouderlijk gezag over zijn kind, geboren in 2003, afgewezen. De vader had in hoger beroep beroep aangetekend tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter, waarin zijn verzoek tot eenhoofdig gezag was afgewezen. De moeder, die de Braziliaanse nationaliteit heeft en zonder legale verblijfsstatus in Nederland woont, heeft vanaf de geboorte van het kind het ouderlijk gezag alleen uitgeoefend. Tijdens de zitting op 22 februari 2010 werd duidelijk dat er ernstige communicatieproblemen tussen de ouders bestaan, wat de samenwerking in de opvoeding van het kind bemoeilijkt. De rechtbank had eerder vastgesteld dat, ondanks periodes van samenwerking, er recent een incident had plaatsgevonden bij de school van het kind waarbij de politie betrokken was. Dit leidde tot de conclusie dat de ouders nog niet in staat zijn om gezamenlijk het gezag uit te oefenen.
De vader voerde aan dat het in het belang van het kind is dat hij gezamenlijk gezag krijgt, omdat hij vreest dat de moeder, gezien haar illegale verblijfsstatus, met het kind naar Brazilië zal vertrekken. De moeder betwistte dit standpunt en benadrukte dat de vader niet constructief samenwerkt in de opvoeding. Het hof oordeelde dat de communicatie tussen de ouders onverminderd slecht is en dat de vader de moeder niet op de hoogte houdt van belangrijke zaken met betrekking tot het kind, zoals medische afspraken. Het hof concludeerde dat de risico's voor het kind te groot zijn om gezamenlijk gezag toe te kennen, gezien de spanningen tussen de ouders en de zorgen van de Raad voor de Kinderbescherming over de ontwikkeling van het kind.
Uiteindelijk bekrachtigde het hof de eerdere beschikking van de rechtbank, waarbij het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag werd afgewezen. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer van het hof, bestaande uit drie rechters, en werd openbaar uitgesproken.