ECLI:NL:GHAMS:2010:BM7596

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.052.425-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot voornaamswijziging en de beoordeling van bestaande geslachtsnamen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 april 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot wijziging van de voornaam van appellante. Appellante, geboren in 1945, had de doopnamen [A] [X] [B] gekregen, maar de ambtenaar van de burgerlijke stand weigerde de naam '[X]' bij haar geboorte. Hierdoor was appellante ingeschreven met de voornamen '[A] [B]'. Op 29 december 2009 heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam, die haar verzoek om de voornaam '[A]' te wijzigen in '[A] [X]' had afgewezen.

Tijdens de behandeling van de zaak op 22 april 2010, was appellante aanwezig met haar advocaat, mr. B.E.M. van Kessel. De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam, E.W.M. Gubbels, had laten weten niet aanwezig te zijn. Het hof heeft vastgesteld dat de gemeente geen bezwaar had tegen de wijziging van de voornaam, en dat '[X]' in Nederland niet als een bestaande geslachtsnaam wordt erkend. Het hof heeft ook opgemerkt dat er sinds 1970 meer vrijheid is bij het toekennen van voornamen.

Het hof heeft geoordeeld dat appellante een zwaarwichtig belang heeft bij de naamswijziging en dat er geen redenen zijn om de voornaam '[X]' ongepast te achten. Daarom heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd en het verzoek van appellante toegewezen, waardoor haar voornamen gewijzigd worden in '[A] [X] [B]'. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en vastgelegd door de rechters en de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER
BESCHIKKING van 22 april 2010 in de zaak met landelijk zaaknummer 200.052.425/01 van:
[…],
wonende te […],
APPELLANTE,
advocaat: mr. B.E.M. van Kessel te Amsterdam.
1. Het geding in hoger beroep
1.1. Appellante is op 29 december 2009 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 30 september 2009 van de rechtbank Amsterdam, met kenmerk 424734 / FA RK 09-2687.
1.2. De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam, E.W.M. Gubbels (hierna: de ambtenaar van de burgerlijke stand), heeft op 9 februari 2010 als belanghebbende een reactie op het verzoek van appellante ingediend. Bij faxbericht van 22 april 2010 heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand het hof laten weten dat de gemeente Amsterdam niet bij de mondelinge behandeling vertegenwoordigd zal worden.
1.3. De zaak is op 22 april 2010 ter terechtzitting behandeld.
1.4. Ter terechtzitting is verschenen appellante, bijgestaan door haar advocaat.
De ambtenaar van de burgerlijke stand en de advocaat-generaal bij dit gerechtshof zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
2. De feiten
2.1. Appellante is geboren [in] 1945. Zij heeft de doopnamen [A] [X] [B] gekregen.
2.2. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft bij aangifte van haar geboorte door haar vader de naam “[X]” geweigerd. Appellante is met de voornamen “[A] [B]” ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.3. Bij de stukken bevindt zich een faxbericht van 13 augustus 2009 van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam.
3. Het geschil in hoger beroep
3.1. Bij de bestreden beschikking is het verzoek van appellante toestemming te verlenen haar voornaam “[A]” te wijzigen in “[A] [X]”, afgewezen.
3.2. Appellante verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen en haar inleidend verzoek alsnog toe te wijzen.
4. Beoordeling van het hoger beroep
4.1. Aan de orde is de vraag of, gelet op het bepaalde in artikel 1:4 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, “[X]” overeenstemt met een bestaande geslachtsnaam, die niet tevens een gebruikelijke voornaam is.
4.2. Uit het faxbericht en de brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand van Amsterdam van respectievelijk 13 augustus 2009 en 9 februari 2010 blijkt dat zijdens de gemeente geen bezwaar bestaat tegen toewijzing van het verzoek van appellante. Aangegeven wordt dat de gemeente zich op het standpunt stelt dat “[X]” niet als een bestaande geslachtsnaam aangemerkt kan worden en dat er, in tegenstelling tot vóór 1970, een grote vrijheid bij het toekennen van voornamen bestaat. Indien er nu een kind geboren zou worden dat de voornamen “[A] [X] [B]” zou krijgen, dan zou daartegen geen bezwaar zijn.
Gelet hierop en op de overige stukken in het dossier, is naar het oordeel van het hof genoegzaam gebleken dat “[X]” in Nederland geen bestaande geslachtsnaam is. Het hof slaat in dit verband tevens acht op het feit dat in de periode waarin de historische figuur [A] [X] leefde (…), geslachtsnamen nog niet gebruikelijk waren.
Nu niet ter discussie staat dat appellante een voldoende zwaarwichtig belang heeft bij de door haar verzochte naamswijziging, en overigens niet gebleken is dat de voornaam “[X]” ongepast is, zal de bestreden beschikking worden vernietigd en het inleidend verzoek van appellante alsnog worden toegewezen.
4.3. Dit leidt tot de volgende beslissing.
5. Beslissing
Het hof:
vernietigt de beschikking waarvan beroep en opnieuw rechtdoende:
gelast de wijziging van de voornamen “[A] [B]” in de voornamen “[A] [X] [B]”.
Deze beschikking is gegeven door mrs. M.M.A. Gerritzen-Gunst, H.L.L. Neervoort-Briët en H.S.G. Verhoeff in tegenwoordigheid van mr. R.M. van Diepen als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 april 2010.