ECLI:NL:GHAMS:2010:BN7254
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- J. Houben
- A. Hartsuiker
- M. Bronkhorst
- Rechtspraak.nl
Opheffing voorlopige hechtenis verdachte in verband met ordeverstoring tijdens dodenherdenking
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 juni 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen op basis van een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 17 mei 2010. De verdachte was beschuldigd van het feitelijk aanranding van de Koning en de vermoedelijke opvolger van de Koning, alsook van hun echtgenotes, tijdens de nationale dodenherdenking op de Dam. Het hof heeft de feiten en de rechtsgang zorgvuldig beoordeeld en kwam tot de conclusie dat er onvoldoende ernstige bezwaren tegen de verdachte waren. Het hof oordeelde dat er te weinig verband was tussen het schreeuwen op de Dam en een eerdere uitlating van de verdachte die dag. De verdachte had verklaard zich niet bewust te zijn geweest van de dodenherdenking en de aanwezigheid van de Koninklijke familie. Het hof benadrukte dat het gebonden was aan de feiten zoals deze waren omschreven in het bevel tot gevangenhouding. Gezien deze overwegingen heeft het hof besloten de voorlopige hechtenis op te heffen en de beschikking van de rechtbank te vernietigen. De beslissing werd genomen in raadkamer, waarbij de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw, aanwezig waren. De beschikking is op 10 juni 2010 gegeven door de voorzitter en twee raadsheren, in tegenwoordigheid van de griffier.