ECLI:NL:GHAMS:2010:BN8267
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- G.B.C.M. van der Reep
- W.J. Noordhuizen
- E.A. Mout-Bouwman
- Rechtspraak.nl
Eindarrest inzake zorgplicht assurantietussenpersoon bij motorrijtuigenverzekering
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 augustus 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over de zorgplicht van de coöperatie Coöperatieve Rabobank Alkmaar e.o. U.A. als assurantietussenpersoon. De zaak betreft een geschil tussen Rabobank Alkmaar en een verzekeringnemer, hier aangeduid als [Geïntimeerde], over de acceptatie van een motorrijtuigenverzekering voor een Audi S6. De verzekeringnemer had op 14 augustus 2006 contact opgenomen met de Rabobank om zijn nieuwe auto te verzekeren. De Rabobank stelde dat haar medewerkster, [Y], tweemaal met de verzekeringnemer had gebeld om de verzekering te bespreken. Echter, het hof oordeelde dat niet is komen vast te staan dat deze telefoongesprekken daadwerkelijk hebben plaatsgevonden, en dat de acceptatie van de verzekering niet de nodige aandacht heeft gekregen.
Het hof heeft de verklaringen van de getuigen, waaronder de medewerkster van de Rabobank en de verzekeringnemer, zorgvuldig gewogen. De getuigenverklaringen waren tegenstrijdig en leidden tot de conclusie dat de communicatie tussen de Rabobank en de verzekeringnemer niet helder was. De Rabobank had niet voldaan aan haar zorgplicht, omdat zij niet voldoende had geverifieerd of de verzekeringnemer op de hoogte was van de vereisten voor de verzekering, met name de noodzaak van een alarmsysteem van klasse 3 voor dekking tegen diefstal.
Het hof heeft de Rabobank aansprakelijk gesteld voor de schade die de verzekeringnemer heeft geleden door het ontbreken van de verzekeringsdekking. De Rabobank werd veroordeeld tot betaling van € 19.000,- aan de verzekeringnemer, zijnde twee derde van de misgelopen verzekeringsuitkering. Het hof benadrukte dat zowel de Rabobank als de verzekeringnemer een aandeel hadden in het ontstaan van de schade, maar dat de Rabobank in dit geval de grootste verantwoordelijkheid droeg voor de gebrekkige communicatie en het niet voldoen aan de zorgplicht.