ECLI:NL:GHAMS:2010:BO3222
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R. Veldhuisen
- N.F. van Manen
- P.J. Baauw
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van hoger beroep bij gebrek aan volmacht van de verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 oktober 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [datum], was niet verschenen ter terechtzitting in hoger beroep. Wel was er een advocaat aanwezig die verklaarde dat hij niet uitdrukkelijk door de verdachte was gemachtigd om de verdediging te voeren. De advocaat had wel het rechtsmiddel van hoger beroep ingesteld, maar gaf aan dat de volmacht die hij ten overstaan van de griffier had gepretendeerd, niet op waarheid berustte. Hij had geen contact met de verdachte en wist niet of deze op de hoogte was van het vonnis waarvan beroep.
Het hof heeft ambtshalve onderzocht of de verdachte in het hoger beroep kon worden ontvangen. Het hof concludeerde dat de advocaat slechts had voorgewend dat hij de benodigde volmacht had, en dat er geen feiten of omstandigheden waren die erop wezen dat de verdachte de behandeling van de zaak in hoger beroep had gewild. Gezien het ontbreken van de noodzakelijke volmacht en het feit dat de verdachte niet ter zitting was verschenen, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het door de advocaat ingestelde hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de vijfde meervoudige strafkamer van het Gerechtshof Amsterdam, waarin de rechters R. Veldhuisen, N.F. van Manen en P.J. Baauw zitting hadden. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van griffier mr. R. Cozijnsen. Mr. P.J. Baauw en mr. N.F. van Manen waren buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.