ECLI:NL:GHAMS:2010:BO6668

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
23-001055-10
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omkatten van een auto door middel van het overplaatsen van een voertuigidentificatienummer (VIN) en merkvervalsing

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1970, heeft zich schuldig gemaakt aan merkvervalsing door opzettelijk een vals voertuigidentificatienummer (VIN) aan te brengen op zijn auto, een Landrover Discovery, om zo te voorkomen dat hij motorrijtuigenbelasting moest betalen. Dit gebeurde in de periode van 13 augustus 2007 tot en met 30 januari 2009. De politie ontdekte op 2 februari 2009 dat zowel het VIN als het kenteken van de auto vals waren. De verdachte had het chassisnummer van een Range Rover uit 1981 op zijn auto geplaatst, wat leidde tot de inbeslagname van het voertuig op 9 februari 2009.

Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. De verdachte had enkel oog voor financieel gewin en toonde geen enkele bezorgdheid voor de gevolgen van zijn daden. De verdediging voerde aan dat de verkeerde auto was onttrokken aan het verkeer, maar het hof verwierp dit verweer. Het hof oordeelde dat de in beslag genomen auto, die voorzien was van een vals VIN en kenteken, moest worden onttrokken aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit van dergelijke voertuigen in strijd is met de wet en het algemeen belang.

De verdachte werd veroordeeld tot een werkstraf van 30 uren, met een vervangende hechtenis van 15 dagen bij niet-naleving, en een proeftijd van 2 jaren. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en deed opnieuw recht, waarbij het de verdachte vrijsprak van andere ten laste gelegde feiten. De uitspraak is gedaan door de vijfde meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de rechters N.F. van Manen, R. Veldhuisen en M.E.A. Wildenburg.

Uitspraak

parketnummer: 23-001055-10
datum uitspraak: 6 december 2010
TEGENSPRAAK
VERKORT ARREST VAN HET GERECHTSHOF AMSTERDAM
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 11 november 2009 in de strafzaak onder parketnummer 09-015713-09 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1970],
adres: [adres], [woonplaats].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 11 november 2009 en op de terechtzitting in hoger beroep van 22 november 2010.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op een of meer tijdstippen in de van 13 augustus 2007 tot en met 30 augustus 2009 te Beinsdorp en/of te Lithoijen (gemeente Lith), althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een Voertuig identificatienummer(s)/chassisnummer(s), (zijnde - telkens- een ander merk dan de in artikel 217 en 218 van het Wetboek van Strafrecht bedoelde merken) dat/die krachtens het Voertuigreglement, althans krachtens wettelijk voorschrift, op een motorvoertuig moet(en) worden aangebracht, (telkens) valselijk heeft geplaatst, althans het/de echte identificatienummer(s)/chassisnummer(s) (telkens) heeft vervalst, immers heeft verdachte (telkens) opzettelijk valselijk het/de identificatienummer(s)/chassisnummer(s) [chassisnummer] (horend bij een Range Rover) geplaatst op een/de motorvoertuig (Landrover Discovery), (telkens) met het oogmerk om dat/die motorvoertuig(en) te gebruiken of door anderen te doen gebruiken alsof laatstbedoeld(e) identificatienummer(s)/chassisnummer(s) krachtens genoemd artikel, althans krachtens genoemd wettelijk voorschrift, echt en onvervalst was/waren;
2.
hij op een tijdstip in de periode van 13 augustus 2007 tot en met 30 januari 2009 te Beinsdorp, in elk geval in Nederland, op een motorrijtuig Landrover Discovery, (een) teken(s) , te weten een kentekenplaat [kenteken X], - niet zijnde (een) ingevolge artikel 36 van de Wegenverkeerswet 1994 aan de eigenaar of houder voor dat motorrijtuig opgegeven kenteken(s) - heeft aangebracht en/of heeft doen aanbrengen met het oogmerk dat/die teken(s) te doen doorgaan voor (een) zodanig(e) kenteken(s) dan wel met de kennelijke bedoeling dat/die teken(s) te doen doorgaan voor (een ) overeenkomstig de daarvoor geldende voorschriften opgegeven buitenlands(e) kenteken(s) of (een) met toepassing van artikel 37, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 opgegeven kenteken(s).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. Het hof leest in de eerste regel van het onder 1 ten laste gelegde, in plaats van "in de van", "in de periode van", nu dit een kennelijke verschrijving betreft. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een - op onderdelen van de bewezenverklaring - andere beslissing komt dan de rechtbank.
Bewezen verklaarde
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
hij in de periode van 13 augustus 2007 tot en met 30 augustus 2009 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander een Voertuig identificatienummer, een ander merk dan de in artikel 217 en 218 van het Wetboek van Strafrecht bedoelde merken dat krachtens het Voertuigreglement op een motorvoertuig moet worden aangebracht, valselijk heeft geplaatst, immers heeft verdachte opzettelijk valselijk het identificatienummer [chassisnummer], horend bij een Range Rover, geplaatst op een motorvoertuig, Landrover Discovery, met het oogmerk om dat motorvoertuig te gebruiken alsof laatstbedoeld identificatienummer echt en onvervalst was;
ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:
hij in de periode van 13 augustus 2007 tot en met 30 januari 2009 in Nederland, op een motorrijtuig Landrover Discovery, een teken, te weten een kentekenplaat [kenteken X], niet zijnde een ingevolge artikel 36 van de Wegenverkeerswet 1994 aan de eigenaar of houder voor dat motorrijtuig opgegeven kenteken, heeft aangebracht met het oogmerk dat teken te doen doorgaan voor een zodanig kenteken.
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op
ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde:
medeplegen van andere dan de in de artikelen 217 en 218 van het Wetboek van Strafrecht bedoelde merken, die krachtens wettelijke voorschriften op goederen moeten worden geplaatst, daarop valselijk plaatsen, met het oogmerk om die goederen te gebruiken of door anderen te doen gebruiken alsof de daarop geplaatste merken echt en onvervalst waren.
ten aanzien van het onder 2 bewezen verklaarde:
overtreding van artikel 41, eerste lid, onderdeel c, van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.
Oplegging van straf en maatregel
De politierechter in de rechtbank Haarlem heeft de verdachte voor het onder 1 en 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis en de onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen personenauto, merk Rover, kleur zwart, met kenteken [kenteken X].
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 en 2 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 30 uren, subsidiair 15 dagen vervangende hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen personenauto, merk Rover, met kenteken [kenteken X].
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf en maatregel bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich op enig tijdstip in de periode van 13 augustus 2007 tot en met 30 januari 2009 schuldig gemaakt aan de opzettelijke merkvervalsing van zijn auto en het aanbrengen van een vals kenteken zodat hij geen motorrijtuigenbelasting hoefde te betalen. Door aldus te handelen heeft de verdachte het maatschappelijk vertrouwen in de echtheid van merken geschaad en afbreuk gedaan aan de bepalingen die strekken tot bestrijding van dergelijke misdrijven.
De verdachte heeft slechts oog gehad voor zijn financieel gewin en heeft zich op geen enkel moment bekommerd om het financiële nadeel dat hij door zijn handelen heeft veroorzaakt.
Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 17 november 2010 is de verdachte niet eerder strafrechtelijk veroordeeld.
Het hof acht, alles afwegende, een werkstraf van na te melden duur passend en geboden.
Onttrekking aan het verkeer
De raadsvrouw van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep aangevoerd dat de verkeerde auto is onttrokken aan het verkeer. Niet de Rover met kenteken [kenteken X] diende te worden onttrokken aan het verkeer, maar de Rover met het oorspronkelijke kenteken [kenteken Y]. Voorts heeft de raadsvrouw betoogd dat beide personenauto's niet mogen worden onttrokken aan het verkeer nu het oorspronkelijke chassisnummer van de in beslag genomen auto nog zichtbaar is, en niet duidelijk is welke gedeelten van de auto vals dan wel echt zijn.
Het hof verwerpt de verweren van de raadsvrouw en overweegt het volgende.
Uit de stukken in het dossier blijkt dat op 2 februari 2009 door het Permanent Auto Team van de politie een onderzoek is gesteld naar de juiste identiteit van de personenauto (bouwjaar 2001) die op dat moment was voorzien van de kentekenplaten [kenteken X]. Uit dat onderzoek is naar voren gekomen dat zowel het voertuigidentificatienummer als het kenteken van de personenauto vals blijkt te zijn. Bij navraag bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer blijkt dat voor de onderzochte personenauto in 2001 het kenteken [kenteken Y] was afgegeven. Het chassisnummer en het kenteken die op deze auto uit 2001 waren aangebracht, waren afkomstig van een Range Rover uit 1981. Vervolgens is op 9 februari 2009 de personenauto, merk Rover (het hof begrijpt: Landrover Discovery), kleur zwart, met (op dat moment) het kenteken [kenteken X] onder de verdachte in beslag genomen, terwijl dit kenteken toebehoorde aan de Range Rover uit 1981.
Op grond van voorgaande overweegt het hof dat - zoals de raadsvrouw stelt - de Rover (het hof begrijpt: Landrover Discovery) met het oorspronkelijke kenteken [kenteken Y] in beslag is genomen, zodat het verweer van de raadvrouw dat de verkeerde auto is onttrokken aan het verkeer reeds daarom faalt.
Personenauto's die voorzien zijn van een vals voertuigidentificatienummer en een vals kenteken plegen geheel of gedeeltelijk van enig misdrijf afkomstig te zijn, zoals in onderhavige zaak sprake is geweest van misdrijven zoals omschreven in artikel 219 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 41 van de Wegenverkeerswet 1994. Op die grond kan worden gezegd dat het ongecontroleerde bezit van dergelijke voertuigen, in samenhang met de het redelijkerwijs te verwachten gebruik daarvan, afbreuk doet aan een effectieve voorkoming en bestrijding van dergelijke misdrijven. Gelet daarop is het hof van oordeel dat de in beslag genomen personenauto, die aan de verdachte toebehoort, dient te worden onttrokken aan het verkeer en daarvoor vatbaar is aangezien omdat de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten met betrekking tot dit voorwerp zijn begaan en het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet en met het algemeen belang.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c, 47, 57 en 219 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 41 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.
Beslissing
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan zoals hierboven in de rubriek bewezen verklaarde omschreven.
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart dat het bewezen verklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en ook de verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, te weten het verrichten van onbetaalde arbeid gedurende 30 (dertig) uren.
Beveelt dat bij niet naar behoren verrichten van de taakstraf, deze wordt vervangen door hechtenis voor de duur van 15 (vijftien) dagen.
Bepaalt dat de taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Stelt daarbij de proeftijd vast op 2 (twee) jaren.
Onttrekt aan het verkeer het in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: personenauto, merk Rover, kleur zwart, kenteken [kenteken X].
Dit arrest is gewezen door de vijfde meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N.F. van Manen, mr. R. Veldhuisen en mr. M.E.A. Wildenburg, in tegenwoordigheid van mr. S. Aytemür, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 december 2010.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.