ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9226

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.016.284/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arrest inzake de waardering van aandelen in Corporate Express B.V. en verzoek tot heroverweging van een tussenarrest

In deze zaak, die werd behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een verzoek van Staples Acquisition B.V. tot heroverweging van een eerder tussenarrest. Dit tussenarrest, gewezen op 7 december 2010, beval een onderzoek aan naar de waarde van de gewone aandelen en de preferente aandelen A van Corporate Express B.V. De Ondernemingskamer had in dat arrest drie deskundigen benoemd om de waarde van deze aandelen vast te stellen. Staples, als eiseres in conventie en gedaagde in reconventie, verzocht de Ondernemingskamer om het tussenarrest te heroverwegen en een eindarrest te wijzen, omdat zij meende dat de Ondernemingskamer niet alle relevante informatie had meegewogen, met name een verklaring van Barclays Capital Inc. die volgens Staples cruciaal was voor de waardering van de aandelen.

De Ondernemingskamer overwoog dat de verklaring van Barclays Capital niet voldoende zekerheid bood om de prijs van de over te dragen gewone aandelen vast te stellen. De Ondernemingskamer concludeerde dat de verklaring niet voldeed aan de eisen die doorgaans gesteld worden aan een verklaring van een registeraccountant in uitkoopzaken. De Ondernemingskamer besloot het verzoek van Staples af te wijzen en de zaak opnieuw naar de rol te verwijzen voor deskundigenbericht.

De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, bijgestaan door twee raden. De uitspraak vond plaats in het openbaar op 21 december 2010, waarbij de griffier aanwezig was. De zaak heeft belangrijke implicaties voor de waardering van aandelen in het kader van fusies en overnames, en benadrukt de noodzaak van zorgvuldige documentatie en deskundigenrapporten in dergelijke procedures.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
ARREST in de zaak met zaaknummer 200.016.284/01 OK van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STAPLES ACQUISITION B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES,
GEDAAGDE IN (VOORWAARDELIJKE) RECONVENTIE,
advocaat: mr. L.D. Bruining, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n:
1. de vennootschap naar het recht van de Kaaiman Eilanden
OMNI GLOBAL MASTER FUND LIMITED,
gevestigd te George Town, Kaaiman Eilanden,
2. de vennootschap naar het recht van het Verenigd Koninkrijk
INFINITY CAPITAL MARKETS LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
GEDAAGDEN IN CONVENTIE,
EISERESSEN IN (VOORWAARDELIJKE) RECONVENTIE,
advocaten: mr. F.M. Peters en mr. D.J.F.F.M. Duynstee, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n:
3. L.J.A. BELLAART-ZUIDEVELD,
wonend te Son en Breugel,
4. M. BERTUZZI,
wonend te Milaan, Italië,
5. J.A. EVERTS,
wonend te Amstelveen,
6. W.A. VAN DER HAVE,
wonend te Kings Lynn, Verenigd Koninkrijk,
7. W.P. HENGELMOLEN,
wonend te Spijkenisse,
8. A.A. VAN LENT-SONNEVELDT,
wonend te Schalkhaar,
9. H.E.M. LUGT,
wonend te Founex (Vaud), Zwitserland,
10. de gezamenlijke erfgenamen van E.L.D.A. ROGMANS,
11. de gezamenlijke erfgenamen van S. ROLLEMA,
12. L.A. VAN SCHELT-OUT,
wonend te Emmen,
13. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
VERENIGING VAN EFFECTENBEZITTERS,
gevestigd te ‘s-Gravenhage,
14. G. TH. DE VRIES,
wonend te Amsterdam,
15. P.E. SMITH,
wonend te Enschede,
16. TH.M.M. SWINKELS,
wonend te Erp,
17. A.M. WITTEVEEN,
wonend te Doorwerth,
18. ALLE HOUDERS VAN GEPLAATSTE GEWONE AANDELEN OP NAAM IN HET KAPITAAL VAN DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID CORPORATE EXPRESS B.V.,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in of buiten Nederland,
19. ALLE HOUDERS VAN GEPLAATSTE CERTIFICATEN VAN PREFERENTE AANDELEN A IN HET KAPITAAL VAN DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID CORPORATE EXPRESS B.V.,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in of buiten Nederland,
GEDAAGDEN SUB 3 TOT EN MET 19,
niet verschenen.
1. Het verloop van het geding
1.1 Eiseres in conventie, gedaagde in (voorwaardelijke) reconventie, wordt hierna Staples genoemd. Gedaagden sub 1 en 2, tevens eiseressen in (voorwaardelijke) reconventie, zullen tezamen Omni c.s. worden genoemd.
1.2 Voor het verloop van het geding tot 7 december 2010 verwijst de Ondernemingskamer naar het tussenarrest van die datum. Bij dat arrest heeft de Ondernemingskamer - voor zover thans van belang - een onderzoek door drie nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken deskundigen bevolen naar de waarde van de over te dragen gewone aandelen (hierna de Gewone Aandelen te noemen) en naar de waarde van de over te dragen certificaten van preferente aandelen A in het geplaatste kapitaal van Corporate Express B.V., gevestigd te Amsterdam, een en ander met inachtneming van hetgeen in dat arrest is overwogen. Voorts heeft de Ondernemingskamer de zaak naar de rol verwezen voor deskundigenbericht en iedere verdere beslissing aangehouden.
1.3 Vervolgens hebben achtereenvolgens Staples en Omni c.s. een akte met productie onderscheidenlijk een antwoordakte genomen.
1.4 Daarna hebben partijen andermaal arrest gevraagd.
2. De vaststaande feiten
Voor de vaststaande feiten verwijst de Ondernemingskamer naar voormeld tussenarrest.
3. De gronden van de beslissing
3.1 Staples heeft bij akte verzocht het tussenarrest te heroverwegen en eindarrest te wijzen. Zij voert daartoe het volgende aan. In rechtsoverweging 3.16 van het tussenarrest wordt niet vermeld de bij conclusie van repliek/antwoord in het geding gebrachte verklaring van 9 maart 2009 (hierna de Verklaring te noemen), welke is ondertekend namens Barclays Capital Inc. te New York (Verenigde Staten van Amerika; hierna Barclays Capital te noemen). Staples heeft in haar conclusie van repliek/antwoord in de paragrafen 22 en 29 tot en met 31 aandacht aan de Verklaring besteed. Staples meent dat het tussenarrest “lijkt (…) te berusten op een kennelijk feitelijk onjuiste grondslag” omdat het er gelet op rechtsoverwegingen 3.16 en 3.17 van het tussenarrest op “lijkt (…) dat het onafhankelijke deskundigen rapport van Barclays Capital in het geheel niet is meegewogen in het oordeel van de Ondernemingskamer om een onderzoek te bevelen naar de waarde van de aandelen.” Staples heeft gesteld dat heroverweging van het tussenarrest dient te leiden tot het wijzen van een eindarrest omdat de Ondernemingskamer door de Verklaring voldoende geïnformeerd zou moeten zijn om de waarde van de aandelen te bepalen, en dat het in strijd zou zijn met de eisen van een goede procesorde indien de Ondernemingskamer haar tussenarrest niet zou heroverwegen. In hun antwoordakte plaatsen Omni c.s. “kanttekeningen” bij het verzoek van Staples.
3.2 De Ondernemingskamer overweegt als volgt. De Verklaring is inderdaad per abuis niet opgenomen in de in rechtsoverweging 3.16 van het tussenarrest weergegeven opsomming van documenten die door Staples zijn overgelegd (mede) ter staving van de gevorderde prijs van de over te dragen Gewone Aandelen. De Ondernemingskamer ziet echter geen aanleiding om van haar beslissing in het tussenarrest terug te komen, omdat het hier niet gaat om een - ter zelfstandige vaststelling van de prijs in uitkoopzaken doorgaans verlangde - verklaring van een registeraccountant betreffende de vraag of zich sinds de afloop van het bod omstandigheden hebben voorgedaan die nopen tot vaststelling van een hogere prijs. De overgelegde Verklaring biedt de Ondernemingskamer niet voldoende zekerheid om de prijs van de over te dragen Gewone Aandelen vast te stellen, ook niet in samenhang met de andere in het geding zijnde stukken, reeds omdat niet gesteld of gebleken is dat degene die de Verklaring heeft afgelegd en ondertekend, naar de Ondernemingskamer aanneemt - naam noch functie zijn vermeld - een medewerker van Barclays Capital, voldoende gekwalificeerd en onafhankelijk is, wat er overigens ook zij van (de inhoud van en de verstreken tijd sinds) die Verklaring.
3.3 De slotsom is dat het verzoek dient te worden afgewezen en dat de zaak weer naar de rol wordt verwezen voor deskundigenbericht.
4. Beslissing
De Ondernemingskamer:
wijst het verzoek af;
verwijst de zaak naar de terechtzitting van de Eerste Enkelvoudige Kamer voor de Behandeling van Burgerlijke Zaken (rol van de Ondernemingskamer) van 15 maart 2011 voor deskundigenbericht;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. E.F. Faase en mr. P.C. Römer, raadsheren, prof. dr. M.A. van Hoepen RA en H. de Munnik RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verheggen, griffier, en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 21 december 2010.