ECLI:NL:GHAMS:2010:BP0041
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.H.J. de Vries
- J.P.W. Helmonds
- J.M. Bruins
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van taakstraf en ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om de beëindiging van een taakstraf en de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging van de verdachte. De verdachte had op 10 november 2009 een taakstraf van 30 uur geaccepteerd, maar verscheen op de afgesproken datum niet op de werkplek. Na een officiële waarschuwing hervatte hij zijn taakstraf op 6 december 2009, maar op die dag vond er een incident plaats waarbij een autobus werd beschadigd. Ondanks dat de verdachte niet individueel kon worden betrokken bij de schade, besloot het openbaar ministerie de taakstraf te beëindigen en over te gaan tot dagvaarding.
Het hof oordeelt dat het openbaar ministerie niet in redelijkheid tot deze vervolgingsbeslissing heeft kunnen komen, omdat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de individuele betrokkenheid van de verdachte bij het incident. Het hof stelt vast dat er geen bewijs is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een ernstige misdraging, zoals vereist door artikel 16 van het Besluit tenuitvoerlegging taakstraffen. Hierdoor is de beslissing van het openbaar ministerie in strijd met de beginselen van een behoorlijke procesorde.
Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in zijn vervolging. Dit arrest is gewezen op 23 december 2010, na onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en hoger beroep. De zaak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de beoordeling van de individuele betrokkenheid van een taakgestrafte bij incidenten die zich tijdens de uitvoering van de taakstraf voordoen.