ECLI:NL:GHAMS:2010:BP0654
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep kort geding
- M.A. Goslings
- G.J. Visser
- J.H. Huijzer
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil in kort geding met betrekking tot dwangsommen en voldoening aan vonnis
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een kort geding dat is ingesteld door [Appellant] tegen [Geïntimeerde] naar aanleiding van een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank te Haarlem. Het geschil betreft de vraag of [Appellant] heeft voldaan aan de veroordelingen in een eerder vonnis van 26 november 2009, waarin hij werd verplicht om bepaalde informatie te verstrekken. [Appellant] heeft in hoger beroep twee grieven geformuleerd, waarbij hij primair stelt dat hij aan de veroordeling heeft voldaan en subsidiair dat de verbeurde dwangsommen moeten worden opgeheven of gematigd.
Het hof heeft vastgesteld dat [Appellant] niet aan de veroordeling heeft voldaan, omdat hij niet de volledige informatie heeft verstrekt die vereist was. De voorzieningenrechter had eerder al geoordeeld dat [Appellant] niet voldoende had gedaan om aan de eisen van het vonnis te voldoen. Het hof oordeelt dat de subsidiaire vordering van [Appellant] in strijd is met de eisen van een goede procesorde, omdat deze voor het eerst in appel is geformuleerd en niet eerder door partijen is besproken.
Het hof concludeert dat [Geïntimeerde] geen misbruik maakt van haar recht om de verbeurde dwangsommen te innen, aangezien [Appellant] niet vrijwillig aan zijn verplichtingen heeft voldaan. De vorderingen van [Appellant] worden afgewezen en het hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter. De kosten van het hoger beroep worden gecompenseerd, gezien de huwelijkse voorwaarden tussen partijen.