ECLI:NL:GHAMS:2010:BZ5325

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 december 2010
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
R 001471-10
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van beschikking en toekenning schadevergoeding na onterecht inverzekeringstelling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Haarlem van 26 augustus 2010. De rechtbank had de verzoeker niet ontvankelijk verklaard in zijn verzoek op grond van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering, omdat zij van mening was dat de zaak niet geëindigd was. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.E.L. Vallenduuk, heeft hoger beroep ingesteld. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot afwijzing van het hoger beroep.

Het hof heeft vastgesteld dat het hoger beroep tijdig is ingesteld en dat er geen bewijs is dat de verzoeker in verzekering is gesteld voor de overtreding van de Wet wapens en munitie. Het hof concludeert dat er geen sprake is van een strafbaar feit in de zin van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering, en dat de zaak met parketnummer 15-800995-09 is geëindigd met een brief van de officier van justitie op 3 februari 2010. De verzoeker was op 11 juli 2009 in verzekering gesteld op verdenking van overtredingen van het Wetboek van Strafrecht en is op 11 augustus 2009 in vrijheid gesteld.

Het hof oordeelt dat de aanhouding van de verzoeker rechtmatig was, maar dat de verzoeker wel ontvankelijk is in zijn verzoek om schadevergoeding. Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank en kent aan de verzoeker een schadevergoeding toe van € 2.450,- voor de dagen die hij in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Het hof wijst het meer of anders verzochte af en beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan de verzoeker. Deze beschikking is gegeven door de zesde meervoudige strafkamer van het gerechtshof te Amsterdam, en is uitgesproken in openbare zitting.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM
Rekestnummer: R 001471-10 (89 Sv)
Parketnummer: 15-800995-09
BESCHIKKING
op het hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank te Haarlem van 26 augustus 2010 op het verzoekschrift krachtens artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering van:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [datum],
domicilie kiezende ten kantore van mr. M.E.L. Vallenduuk,
Sint Jorisveld 10, 2023 GD Haarlem.
Advocaat mr. M.E.L. Vallenduuk te Haarlem.
1. Inhoud van het verzoek
Het verzoekschrift strekt tot het verkrijgen van een vergoeding ten laste van de staat, ter zake van schade die verzoeker stelt te hebben geleden als gevolg van de ondergane inverzekeringstelling en de ondergane voorlopige hechtenis in de strafzaak met voormeld parketnummer bestaande uit
-het verblijf van 2 dagen in een politiecel à € 105,- per dag en
-het verblijf van 29 dagen in een huis van bewaring à € 80,- per dag,
totaal € 2.530,-.
2. Procesverloop
De rechtbank heeft verzoeker niet ontvankelijk verklaard in zijn verzoek omdat deze - kort gezegd van mening was dat de zaak niet geëindigd was in de zin van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering.
Het hoger beroep is ingesteld namens verzoeker.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak onder voormeld parketnummer en heeft op 1 december 2010 de advocaat-generaal en de advocaat van verzoeker ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord.
Verzoeker is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot afwijzing van het hoger beroep.
3. Beoordeling van het hoger beroep
Het hoger beroep is tijdig ingesteld.
Anders dan de rechtbank acht het hof verzoeker wel ontvankelijk. Het voert daartoe de volgende redenen aan.
In de strafzaak met voormeld parketnummer, is een brief van de officier van justitie van 3 februari 2010 gezonden aan verzoeker met de mededeling dat de zaak betreffende de bedreiging, meermalen gepleegd te Schiphol, wordt geseponeerd en dat verzoeker een transactie zal worden aangeboden inzake het bezit van een imitatiewapen.
Uit het dossier blijkt niet dat verzoeker terzake van bovenbedoelde overtreding van de Wet wapens en munitie in verzekering is gesteld, noch blijkt daaruit van enige andere daad van vervolging. De conclusie dient derhalve te zijn dat wat laatstgenoemde overtreding betreft er niet gesproken kan worden van een strafbaar feit voorwerp uitmakende van een zaak in de zin van artikel 89 van het Wetboek van strafvordering en dat de zaak met parketnummer 15-800995-09 geëindigd is met de brief van de officier van justitie van 3 februari 2010.
Verzoeker is op 11 juli 2009 in verzekering gesteld op verdenking van -kort gezegd- overtreding van de artikelen 45/285 en 311 van het Wetboek van Strafrecht. Vervolgens is de voorlopige hechtenis van verzoeker bevolen op 13 juli 2009. Verzoeker is op 11 augustus 2009 in vrijheid gesteld.
Het hof is van oordeel dat de aanhouding van verzoeker rechtmatig is geweest.
Het hof van oordeel dat gronden van billijkheid aanwezig zijn voor toekenning van de gebruikelijke vergoeding voor de dagen die verzoeker in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Omdat de dag van de invrijheidstelling niet voor vergoeding in aanmerking komt zal het hof voor de 2 dagen inverzekeringstelling en 28 dagen in voorlopige hechtenis doorgebracht een vergoeding toekennen.
4. Beslissing
Het hof:
Vernietigt de beschikking waarvan beroep;
Kent ten laste van de Staat aan verzoeker een vergoeding toe van € 2.450,- (tweeduizend vierhonderd en vijftig euro).
Wijst af het meer of anders verzochte.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de zesde meervoudige strafkamer van het gerechtshof te Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. F.A. Hartsuiker,
H.J. Bronkhorst en J. Bevaart, in tegenwoordigheid van A.J. Bekker-van der Molen als griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 15 december 2010.
Mr. Bevaart en mr. Bekker-van der Molen zijn buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.