ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ6876
Gerechtshof Amsterdam
- Wraking
- R. van den Heuvel
- I.A. Katz-Soeterboek
- P.A.H. Lemaire
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen leden van de wrakingskamer in strafzaak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, is op 30 mei 2011 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door de raadsman van de verzoeker, mr. H.E. Brink. Het wrakingsverzoek richtte zich tegen de leden van de wrakingskamer die de behandeling van een eerdere strafzaak voerden. De verzoeker stelde dat de samenstelling van de wrakingskamer, bestaande uit rechters van het gerechtshof Arnhem, een schijn van partijdigheid en belangenverstrengeling met zich meebracht, omdat deze rechters eerder samen met de gewraakte raadsheren hadden opgetreden. De raadsman verwees naar een eerdere wrakingsbeslissing van de rechtbank Amsterdam, waarin een andere samenstelling werd gekozen om partijdigheid te vermijden.
De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat er geen steekhoudende feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die de vrees voor partijdigheid rechtvaardigen. De wrakingskamer benadrukte dat rechters uit hetzelfde college in staat zijn om onpartijdig te oordelen en dat de argumenten van de raadsman onvoldoende waren om het wettelijk systeem te verlaten. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd genomen na zorgvuldige overweging van de ingediende argumenten en de relevante wetgeving, waaronder artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering en het gewijzigde wrakingsprotocol van het gerechtshof Amsterdam.
De uitspraak werd gedaan door de voorzitter, mr. R. van den Heuvel, en de raadsheren mrs. I.A. Katz-Soeterboek en P.A.H. Lemaire, in aanwezigheid van griffier J.R.M. Roetgerink. De beslissing werd openbaar uitgesproken tijdens de terechtzitting op 30 mei 2011.