ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ8187

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
parketnummer
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. van Asperen de Boer-Delescen
  • A. Bronkhorst
  • J. Bevaart
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing voorlopige hechtenis wegens ontbreken van voldoende ernstige bezwaren

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 juni 2011 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een beschikking van de rechtbank te Alkmaar, waarin de voorlopige hechtenis van de verdachte was bevolen. De rechtbank had op 19 mei 2011 besloten tot gevangenhouding van de verdachte en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen. Het hof heeft de feiten en de rechtsgang zorgvuldig beoordeeld en kwam tot de conclusie dat er op dat moment niet langer voldoende ernstige bezwaren tegen de verdachte waren om de voorlopige hechtenis te rechtvaardigen. Hoewel er een redelijk vermoeden van schuld bestond, gebaseerd op de aanwezigheid van de verdachte in de omgeving van duinbranden en zijn opmerkelijke belangstelling voor deze branden, waren de feiten en omstandigheden niet voldoende om de voorlopige hechtenis te handhaven. Het hof heeft daarom besloten de voorlopige hechtenis op te heffen. De beslissing werd genomen na kennisname van de akte van de griffier van de rechtbank, de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis en na het horen van de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, mr. R. Polderman. De beschikking van de rechtbank werd vernietigd en de voorlopige hechtenis werd opgeheven. Deze uitspraak is van belang voor de rechtsgang en de toepassing van voorlopige hechtenis in strafzaken.

Uitspraak

[ Parketnummer ]
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM, TWAALFDE MEERVOUDIGE STRAFKAMER
BESCHIKKING in raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[ Naam ]
tegen de beschikking van de rechtbank te Alkmaar van 19 mei 2011, houdende bevel tot zijn gevangenhouding en afwijzing van het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
De feiten en de rechtsgang
Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Alkmaar van
20 mei 2011, waarbij namens verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. R. Polderman.
De beoordeling
Het hof is van oordeel dat thans niet langer kan worden gesproken van voldoende ernstige bezwaren tegen de verdachte om voortduring van de voorlopige hechtenis te rechtvaardigen. Het thans voorhanden dossier rechtvaardigt wel een redelijk vermoeden van schuld ten aanzien van de verdachte. Dat vermoeden is gebaseerd op de vaststelling dat de verdachte op de drie in casu relevante data in de direkte omgeving was van de plaatsen waar kort daarop een duinbrand werd ontdekt, dat de verdachte op een van die data op verschillende locaties filmopnames heeft gemaakt van de brand, dat de verdachte een opmerkelijke belangstelling voor duinbranden heeft en dat de verdachte op enkele punten aantoonbaar onjuist heeft verklaard. Bij gebreke van nadere onderzoeksresultaten leveren de genoemde feiten en omstandigheden evenwel niet langer de ernstige bezwaren op die ingevolge artikel 67 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering zijn vereist voor toepassing van voorlopige hechtenis. Het hof zal de voorlopige hechtenis derhalve opheffen.
De beslissing
Het hof:
VERNIETIGT de beschikking waarvan beroep.
HEFT OP de voorlopige hechtenis van verdachte.
Deze beschikking is gegeven op 16 juni 2011 in raadkamer van dit hof door
mr. Van Asperen de Boer-Delescen, voorzitter,mrs. Bronkhorst en Bevaart, raadsheren,
in tegenwoordigheid van Van Kalken als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
Amsterdam, 16 juni 2011,
de advocaat-generaal