ECLI:NL:GHAMS:2011:BV0532
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J. den Boer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting en kostenvergoeding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan de belanghebbende is opgelegd. De naheffingsaanslag van € 52,40 werd opgelegd op 10 september 2009, omdat de parkeercontroleur geen geldig parkeerbewijs in de auto aantrof. De belanghebbende beschikte echter over een parkeervergunning voor het desbetreffende gebied. Na bezwaar werd de naheffingsaanslag door de heffingsambtenaar ingetrokken, maar de belanghebbende verzocht om vergoeding van de kosten die zij in verband met de bezwaarprocedure had gemaakt. De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep ongegrond, waarna de belanghebbende in hoger beroep ging.
Het Gerechtshof Amsterdam oordeelde dat de herroeping van de naheffingsaanslag niet was geschied wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid, zoals vereist voor een kostenvergoeding op grond van artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht. Het Hof stelde vast dat de naheffingsaanslag op 10 september 2009 niet op de juiste wijze was bekendgemaakt, maar dat dit niet leidde tot een kostenvergoeding. De rechtbank had terecht geoordeeld dat het enkele feit dat de naheffingsaanslag werd ingetrokken, niet automatisch betekent dat deze onrechtmatig was. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de kosten.
De uitspraak is gedaan door mr. J. den Boer, lid van de belastingkamer, en is op 17 november 2011 in het openbaar uitgesproken. De belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.