Uitspraak
mr. K. Dirlikte Alkmaar,
mr. I.E. van der Bijlte Velsen-Zuid.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Haarlem, waarin [geïntimeerde] aansprakelijk werd gesteld voor de zware mishandeling van [appellant] op 25 augustus 2008. [Appellant] heeft in hoger beroep acht grieven ingediend, waarbij hij zijn eis heeft veranderd en verzoekt om toewijzing van zijn gewijzigde vordering. De rechtbank had eerder geoordeeld dat [geïntimeerde] 20% van de schade van [appellant] moest vergoeden, maar dat er sprake was van eigen schuld aan de zijde van [appellant]. Het hof heeft de feiten vastgesteld en de verklaringen van beide partijen en getuigen in overweging genomen. Het hof oordeelt dat indien [appellant] als eerste heeft geslagen, dit kan leiden tot een vermindering van de schadevergoeding. Het hof staat [appellant] toe om tegenbewijs te leveren tegen het voorshands bewezen geachte feit dat hij [geïntimeerde] als eerste heeft geslagen. De zaak wordt aangehouden voor het horen van getuigen.