2.2. Bij belanghebbende is met ingang van 22 oktober 2003 een boekenonderzoek ingesteld. In het hieromtrent uitgebrachte controlerapport is – voor zover van belang – het volgende vermeld:
“1 Reikwijdte van het onderzoek
Het doel van het onderzoek was de aanvaardbaarheid vast te stellen van de aangiften omzetbelasting 1999, 2000 en 2002.
(…)
3 Activiteiten X B.V.
De vennootschap was in het verleden een van de werkmaatschappijen van haar directeur aandeelhouder de heer A. De heer A heeft zijn activiteiten geleidelijk overgebracht naar […]. X heeft daardoor nagenoeg geen activiteiten meer. (…) Tijdens het onderzoek is gebleken dat de vennootschap in de jaren 1999 en 2000 de kosten van de restauratie/renovatie van het zeiljacht “C” grotendeels gedragen heeft. (zie hierna punt 3.2.2) Dit schip is blijkens de inschrijving in de openbare registers van 20 oktober 1998 tot en met 29 december 2000 juridisch eigendom geweest van de directeur enig aandeelhouder.
3.1 Feiten en omstandigheden met betrekking tot “C”
Een belangrijk deel van het onderzoek richt op de gebeurtenissen rond het zeiljacht C. Alvorens wordt ingegaan op de fiscale gevolgen wordt eerst een overzicht gegeven van de relevante feiten.
3.1.1 Aankoop door digra
Het zeilschip “ C” (registratie in het scheepregister […]), is op 20 oktober 1998 aangekocht door de heer A. Het schip is geleverd door overschrijving van het schip in het scheepsregister te P. Het schip was op dat moment in gebruik als charterschip in de Middellandse zee. Het schip is onmiddellijk na de verkoop overgevaren naar de haven van IJmuiden. Blijkens de leveringsakte van 20 oktober 1998 is het schip aangekocht voor een bedrag ad f 285.000 (of € 129.327). Het schip is, blijkens de bijgevoegde akte van levering (…) door de heer A privé aangeschaft.
(…)
3.1.3 Verkoopcontracten gedateerd 29 december 2000
Op 29 december wordt “C” blijkens de door de vennootschap overgelegde contracten en leveringsakten in een “driepartijenovereenkomst” verkocht aan B Limited (een vennootschap opgericht naar het recht van de British Virgin Islands). In een koopcontract gedateerd 29 december 2000 wordt het schip verkocht door de heer A aan X B.V, voor de som van f 600.000 (of € 272.268). In de op diezelfde dag gepasseerde leveringsakte wordt het schip doorgeleverd aan B Limited voor de som van f 1.800.000 (of € 816.804). De levering vindt uiteindelijk plaats doordat de eigendom van het schip wordt overgeschreven in het scheepsregister van de heer A op B Limited.
Bij het beschouwen van de overeenkomst zijn een aantal elementen van belang, welke hierna worden aangehaald.
3.1.4 Melding “besmette transactie”
In de overeenkomst wordt het schip allereerst onderhands door X van haar aandeelhouder verkregen.
(…)
Tijdens het gesprek dat op 15 december 2005 is gevoerd is gebleken dat ook B Ltd als een gelieerde vennootschap moet worden gezien.
(…)
De uitvoering van de restauratie/renovatie van C is, naast het exploiteren van het vliegtuig, de enige activiteit binnen de vennootschap.
(…)
3.1.6 Economische eigendomsoverdracht.
De heer A heeft op 15 december 2005 verklaard dat het meet af aan de bedoeling was dat de economische eigendom van het schip in handen moest komen van X B.V.. De heer A stelde zelfs dat terzake een overeenkomst was opgesteld en ondertekend. Doel was dat X het schip bij wijze van belegging zou verwerven en middels de restauratie/renovatie aan deze investering een rendement zou ontlenen. Het varen in diverse races zou in dit verband bijdragen aan de naamsbekendheid en daarmee het rendement verhogen. Uiteindelijk heeft de adviseur enkel een niet getekende en ongedateerde conceptovereenkomst kunnen overleggen. Het schip is in bezit gekomen van B Ltd voordat het schip te water gelaten is. X heeft derhalve het schip nimmer “in de vaart” gehad
(…)
3.1.7 Beleggingsobject
Tijdens de bespreking van 31 oktober 2005 is met de heer A gesproken over de gebeurtenissen. De heer A stelde in dit gesprek dat hij het schip heeft gekocht als potentiële belegging. Zijn doel was kortgezegd het schip weer geschikt te maken voor zeilraces voor “klassiekers”. Met de naamsbekendheid die het schip nog had en de hopelijk goede resultaten in de races stelde de heer A dat het schip een goede belegging kon zijn.
(…)
3.2.1 Derdenonderzoek
3.2.2 Kosten renovatie/restauratie
In de administratie van X B.V. is de crediteurenadministratie verdicht opgenomen. De tegenrekening voor de betaalde kosten voor de restauratie/renovatie is de grootboekrekening inventaris. Omdat de facturen onvoldoende inzicht gaven in de aard en omvang van de restauratie is door ons derdenonderzoek ingesteld bij de Jachthaven D. Op basis van de aangetroffen vastleggingen concluderen wij dat er sprake is geweest van een gedeeltelijke renovatie en een omvangrijke aanpassing, met name wat betreft apparatuur en uitrusting, teneinde het schip zeilklaar te maken ten behoeve van langeafstandszeilwedstrijden.
Door X is ten behoeve van de werkzaamheden een bedrag ad f 1.092.539 inclusief omzetbelasting uitgegeven. Nadien is nog f 21.420 uitgegeven aan nagekomen facturen.
In totaal […] zijn de kosten die X heeft betaald aan het schip C als volgt berekend:
(…)
F 1.713.959
4 Omzetbelasting
4.1 Aangifte
Aanleiding voor de controle waren de door belastingplichtige ingediende suppleties over de jaren 1999, 2000 en 2002 waarin respectievelijk f 33.324, f 35.599 en € 45.193 werd teruggevraagd.
(…)
2000:
Door belastingplichtige is een suppletie-aangifte ingediend waarin een bedrag van f 35.599 (€ 16.154) wordt teruggevraagd. De administratie sluit aan met de ingediende suppletie-aangifte. Teruggave wordt verleend voor f 35.599 (€ 16.154).
(…)
4.2 Verschuldigde omzetbelasting
Volgens de leveringsakte van 29 december 2000 is op die datum het schip C (hierna: het schip) aan B Limited geleverd. Tijdens het onderzoek is vastgesteld dat het schip niet in verband met de levering is verzonden of vervoerd, zodat de levering heeft plaatsgevonden daar waar het schip zich bevond op het tijdstip van de levering. In casu is dan ook sprake van een binnenlandse levering. Voor de levering van een schip is geen vrijstelling in de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet) opgenomen, zodat sprake is van een belaste prestatie.
Het nultarief van artikel 9, lid 2, onderdeel b van de Wet […] juncto de bij de Wet behorende tabel II, post a 3 is dan ook niet van toepassing op de levering. Aangezien in casu ook heen overig nultarief of verlaagd tarief van toepassing is, bedraagt de over de levering van het schip verschuldigde omzetbelasting f 315.000 (17,5% x f 1.800.000).
Over de levering is geen omzetbelasting voldaan. Daarom zal ik over het tijdvak 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000 een bedrag van f 315.000 ( € 142.940) naheffen.
Correctie: na te heffen f 315.000 (€ 142.940).
4.3 Aantonen nul procentstarief
Door belastingplichtige is het nultarief niet aangetoond. De door mij op 22 maart 2004 ontvangen akte van uitklaring de zogenaamde Benelux 21 volstaat niet voor dit doel. Het nul procentstarief kan ui[…]tsluitend worden aangetoond door middel van een EX1/ED 61 het zogenaamde aangevers exemplaar.
4.4 Facturen na verkoopdatum
Uit de administratie van X BV is gebleken dat een aantal facturen is ontvangen ten name van X BV echter na datum verkoop.
(…)
6 Naheffingsaanslag omzetbelasting
(…)
Over het jaar 2000 is met dagtekening 28 december 2005 ter behoud van rechten aan belastingplichtige een naheffingsaanslag opgelegd van € 142.940.”