ECLI:NL:GHAMS:2012:BY5613

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.107.637/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot overdracht van preferente aandelen door Laco Nederland B.V. tegen onbekende aandeelhouders van N.V. Kunstijsbaan Geleen

In deze zaak heeft Laco Nederland B.V. (hierna: Laco Nederland) de voormalige onbekende houders van aandelen aan toonder in de naamloze vennootschap N.V. Kunstijsbaan Geleen gedagvaard. De vordering was gericht op de overdracht van het onbezwaarde recht op de preferente aandelen B in het kapitaal van B.V. Glanerbrook, die voortkwam uit de omzetting van N.V. Kunstijsbaan Geleen. De Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam heeft op 9 oktober 2012 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij Laco Nederland niet-ontvankelijk werd verklaard in haar vordering.

De procedure begon met een dagvaarding op 27 april 2012, waarin Laco Nederland de gedaagden opriep om te verschijnen op de zitting van 5 juni 2012. De vordering omvatte onder andere de verzoeken om de overdracht van aandelen en de vaststelling van de prijs van de aandelen. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat niet alle voormalige aandeelhouders hun aandelen hebben ingeleverd en ingeschreven in het aandeelhoudersregister, wat essentieel is voor de uitoefening van hun rechten.

De Ondernemingskamer oordeelde dat Laco Nederland niet op deugdelijke wijze de gezamenlijke andere aandeelhouders had gedagvaard, wat leidde tot de conclusie dat de vordering niet ontvankelijk was. De rechtbank benadrukte dat de dagvaarding niet voldoende duidelijk was en dat de advertentie die Laco Nederland had geplaatst, niet voldeed aan de vereisten om de andere aandeelhouders te betrekken.

Uiteindelijk werd Laco Nederland niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat de vordering niet was ingesteld tegen de gezamenlijke andere aandeelhouders in het kapitaal van Glanerbrook. Deze uitspraak benadrukt het belang van correcte dagvaarding en de noodzaak om alle relevante partijen in een procedure te betrekken.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
ARREST in de zaak met rolnummer 200.107.637/01 OK van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LACO NEDERLAND B.V.
gevestigd te Hilvarenbeek,
EISERES,
advocaat: mr. J.A.B.G. Briaire, kantoorhoudende te Maastricht,
t e g e n
ALLE VOORMALIGE ONBEKENDE HOUDERS VAN AANDELEN AAN TOONDER IN HET KAPITAAL VAN DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP N.V. KUNSTIJSBAAN GELEEN, DIE INMIDDELS DOOR OMZETTING DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP B.V. GLANERBROOK IS GEWORDEN, GEVESTIGD TE GELEEN,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in of buiten Nederland,
GEDAAGDEN,
niet verschenen.
1. Het verloop van het geding
1.1 Eiseres (hierna Laco Nederland te noemen) heeft bij exploot van 27 april 2012 gedaagden gedagvaard om te verschijnen ter terechtzitting van de Ondernemingskamer van 5 juni 2012 en gevorderd om bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
1) a. primair: gedaagden te veroordelen om het onbezwaarde recht op de preferente aandelen B in het kapitaal van B.V. Glanerbrook, waartoe de gedaagden na inlevering van hun toonderbewijs gerechtigd zijn, over te dragen aan Laco Nederland, tegen ontvangst van de door de Ondernemingskamer vast te stellen prijs, zo nodig door consignering;
b. subsidiair: gedaagden te veroordelen om het onbezwaarde recht op hun aandelen aan toonder in N.V. Kunstijsbaan Geleen (na omzetting B.V. Glanerbrook) over te dragen aan Laco Nederland, tegen ontvangst van de door de Ondernemingskamer vast te stellen prijs, zonodig door consignering;
2) de prijs van de aandelen vast te stellen op € 45,38 per preferent aandeel B per datum van het (eind)arrest, dan wel op een door de Ondernemingskamer te bepalen bedrag per een door haar te bepalen datum;
3) te bepalen dat de aldus vastgestelde prijs, zolang en voor zover deze niet is betaald, wordt verhoogd met de wettelijke rente vanaf de datum van het (eind)arrest tot aan de datum van de overdracht of consignatie;
4) te bepalen dat uitkeringen die in het onder 3) bedoelde tijdvak op de aandelen betaalbaar worden gesteld, strekken tot gedeeltelijke betaling van de desbetreffende uitkoopprijs op de dag van betaalbaarstelling;
5) gedaagden die verweer voeren tegen de vordering, te veroordelen in de kosten van het geding.
1.2 Bij rolbeslissing van 5 juni 2012 is verstek verleend tegen gedaagden.
1.3 Laco Nederland heeft vervolgens (aanvullende) producties in het geding gebracht.
1.4 Ten slotte heeft Laco Nederland op 31 juli 2012 de stukken van het geding overgelegd en arrest gevraagd.
2. De vaststaande feiten
2.1 De naamloze vennootschap N.V. Kunstijsbaan Geleen is bij notariële akte van 3 december 1986 omgezet in de besloten vennootschap B.V. Glanerbrook. De Ondernemingskamer zal hierna deze vennootschap als Kunstijsbaan Geleen onderscheidenlijk Glanerbrook aanduiden al naar gelang het gaat om de periode voor respectievelijk na de omzetting, dan wel als de vennootschap. Het geplaatste aandelenkapitaal van Glanerbrook bedraagt € 136.134,06 en is onderverdeeld in 200 aandelen A ( met een nominale waarde € 453,78 per aandeel) en 1000 preferente aandelen B (met een nominale waarde € 45,38 per aandeel).
2.2 Laco Nederland houdt alle 200 aandelen A en 872 aandelen B in het geplaatste aandelenkapitaal van Glanerbrook.
2.3 Niet alle personen die reeds voor de omzetting aandeelhouder in Kunstijsbaan Geleen waren, hebben hun aandeelbewijzen aan Glanerbrook afgegeven en zich doen inschrijven in het aandeelhoudersregister, een en ander als bedoeld in artikel 2:183 lid 4 BW.
2.4 Een in opdracht van Laco Nederland – kennelijk op de voet van artikel 54 lid 1 Rv – geplaatste aankondiging in het dagblad Trouw van 28 april 2012 luidt, voor zover hier van belang:
“Uit een exploot van mij, gerechtsdeurwaarder, d.d. 27 april 2012, blijkt dat ten verzoeke van (…) Laco Nederland BV (…) zijn gedagvaard 1. alle voormalige onbekende houders van aandelen aan toonder in de NV Kunstijsbaan Geleen, die inmiddels door omzetting de besloten vennootschap BV Glanerbrook is geworden (…) en 2. de overige onbekende houders van aandelen B in de besloten vennootschap BV Glanerbrook voornoemd (…).”
3. De gronden van de beslissing
3.1 Nu tegen gedaagden verstek is verleend dient de Ondernemingskamer onder andere ambtshalve te onderzoeken of Laco Nederland de vordering heeft ingesteld tegen de gezamenlijke andere aandeelhouders.
3.2 De Ondernemingskamer is van oordeel dat Laco Nederland de gezamenlijke andere aandeelhouders niet, althans niet op deugdelijke wijze, heeft gedagvaard. Degenen die ten tijde van de omzetting op 3 december 1986 aandeelhouder van Kunstijsbaan Geleen waren, zijn als gevolg van de omzetting van rechtswege aandeelhouders in Glanerbrook geworden. De toonderaandelen in Kunstijsbaan Geleen zijn omgezet in aandelen op naam in Glanerbrook. Weliswaar brengt artikel 2:184 lid 4 mee dat, toegesneden op het onderhavige geval, een aandeelhouder van Glanerbrook na de omzetting de aan een aandeel verbonden rechten niet kan uitoefenen zolang die aandeelhouder niet in het aandeelhoudersregister is ingeschreven en dat geen inschrijving plaatsvindt dan tegen afgifte van de door Kunstijsbaan Geleen uitgegeven aandeelbewijzen, maar dit doet er – anders dan Laco Nederland lijkt te menen – niet aan af dat 0ok de onder 2.3 bedoelde aandeelhouders moeten worden aangemerkt als aandeelhouders van Glanerbrook. Nu Laco Nederland “alle voormalige onbekende houders van aandelen aan toonder in het kapitaal van de naamloze vennootschap N.V. Kunstijsbaan Geleen, die inmiddels door omzetting de besloten vennootschap B.V. Glanerbrook is geworden” heeft doen dagvaarden, kan niet worden gezegd dat zij (voldoende duidelijk) de “gezamenlijke andere aandeelhouders” in de zin van artikel 2:201a BW in het geding heeft betrokken. Dat betekent dat Laco Nederland niet in haar vordering kan worden ontvangen.
3.3 Het voorgaande wordt niet anders door de vermelding in de onder 2.4 aangehaalde advertentie dat uit het exploot van 27 april 2012 blijkt dat ook “de overige onbekende houders van aandelen B” in Glanerbrook zijn gedagvaard. Deze mededeling is immers onjuist nu het exploot slechts strekt tot dagvaarding van de “voormalige” aandeelhouders van Kunstijsbaan Geleen. Voorzover Laco Nederland met de advertentie mede heeft beoogd een misslag in de dagvaarding te herstellen, baat dat haar niet omdat een advertentie, ook niet de advertentie die op de voet van artikel 54 lid 1 Rv wordt geplaatst, daartoe niet kan strekken.
3.4 De slotsom is dat Laco Nederland niet-ontvankelijk is in haar vordering omdat de vordering niet is ingesteld tegen de gezamenlijke andere aandeelhouders in het kapitaal van Glanerbrook.
4. De beslissing
De Ondernemingskamer:
verklaart Laco Nederland B.V., gevestigd te Hilvarenbeek, niet-ontvankelijk in haar vordering.
Dit arrest is gewezen door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. G.C. Makkink, raadsheren, drs. G. Izeboud RA en dr. P.M. Verboom, raden, in tegenwoordigheid van mr. H.H.J. Zevenhuijzen, griffier, en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2012.