ECLI:NL:GHAMS:2012:BY9310
Gerechtshof Amsterdam
- Verwijzing na Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van verzoeken tot het horen van AIVD-medewerkers als getuigen in het kader van staatsveiligheid en het recht op een eerlijk proces
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 21 december 2012, gaat het om de beoordeling van verzoeken van de verdediging om twee medewerkers van de AIVD als getuigen te horen. De zaak is ontstaan na een verwijzing door de Hoge Raad en betreft de afweging tussen de belangen van staatsveiligheid en het recht van de verdachte op een eerlijk proces. De advocaat-generaal heeft betoogd dat het horen van de AIVD-medewerkers niet noodzakelijk is, omdat het bewijs in de vorm van een 'apothekersgesprek' al beschikbaar is. Het hof heeft echter vastgesteld dat de belangen van de verdachte bij een eerlijk proces zwaar wegen en dat er voldoende aanknopingspunten zijn om aan te nemen dat de verzochte getuigen relevante informatie kunnen verschaffen.
Het hof heeft de rolverdeling tussen de zittingsrechter en de rechter-commissaris besproken, met nadruk op de Wet Afgeschermde Getuigen (WAG). De WAG biedt waarborgen voor de staatsveiligheid, maar het hof concludeert dat de belangen van de verdachte niet volledig genegeerd kunnen worden. De rechter-commissaris heeft een sleutelrol in het proces, waarbij hij kan bepalen of en hoe de getuigen gehoord worden, met inachtneming van de staatsveiligheid.
Uiteindelijk heeft het hof besloten dat het verzoek om de AIVD-medewerkers als getuigen te horen in beginsel voor toewijzing gereed ligt, maar dat de staatsveiligheid zwaarder weegt. Het hof wijst het primaire verzoek af, maar staat een verkenning door de rechter-commissaris toe om de mogelijkheden voor het horen van de getuigen te onderzoeken. De zaak wordt verwezen naar de rechter-commissaris in Rotterdam voor verdere behandeling.