ECLI:NL:GHAMS:2013:1734

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 juni 2013
Publicatiedatum
23 juni 2013
Zaaknummer
200.070.641-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar de oorzaak van brand in spuitcabine

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, gaat het om een hoger beroep tussen Castricum Trucks B.V. en Delta Lloyd Schadeverzekering N.V. De zaak betreft een geschil over de oorzaak van een brand die heeft plaatsgevonden in de spuitcabine van Castricum. Het hof heeft eerder op 22 januari 2013 een tussenarrest uitgesproken en heeft nu de voortgang van het geding beoordeeld. Delta Lloyd heeft in haar akte na het tussenarrest gesteld dat het hof ten onrechte heeft aangenomen dat de brand is ontstaan door laswerkzaamheden van een bepaalde persoon in de spuitcabine. Delta Lloyd betoogt dat de brand is ontstaan door laswerkzaamheden of voorbereidende laswerkzaamheden waarbij vonken zijn vrijgekomen. Het hof heeft deze stelling als relevant bewijsthema aangemerkt en zal de oorzaak van de brand verder onderzoeken.

Delta Lloyd heeft aangegeven bewijs te willen leveren door middel van een deskundigenbericht. Castricum heeft betoogd dat dit bewijsaanbod niet ter zake dienend is, maar het hof verwerpt dit betoog. Het hof is van mening dat het belangrijk is om te onderzoeken of er een andere oorzaak voor de brand kan zijn dan de laswerkzaamheden. De deskundige zal de mogelijkheid van alternatieve oorzaken onderzoeken aan de hand van het brandbeeld en eerdere waarnemingen van deskundigen.

Het hof heeft het voornemen om specifieke vragen aan de deskundige voor te leggen om de oorzaak van de brand te achterhalen. Daarnaast is het hof voornemens om deskundige expertise in te winnen bij het Nederlands Forensisch Instituut. Partijen worden uitgenodigd om hun standpunten over deze voornemens kenbaar te maken. Het hof heeft ook bepaald dat het voorschot op het loon van de deskundige door beide partijen gezamenlijk betaald moet worden. De zaak is verwezen naar de rol voor verdere behandeling op 9 juli 2013.

Uitspraak

arrest
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
sector handelsrecht
zaaknummer : 200.070.641/01
zaaknummer rechtbank : 435207/HA ZA 09-2511
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 11 juni 2013
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CASTRICUM TRUCKS B.V.,
gevestigd te Winkel, gemeente Niedorp,
APPELLANTE,
advocaat:
mr. E.C.M.J. van Kempente Cuijk,
tegen:
de naamloze vennootschap,
DELTA LLOYD SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
GEÏNTIMEERDE,
advocaat:
mr. A. Kniggete Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna opnieuw Castricum en Delta Lloyd genoemd.
Het hof heeft op 22 januari 2013 een tweede tussenarrest uitgesproken. Voor het verloop van het geding tot die dag verwijst het hof naar dat arrest.
Delta Lloyd heeft vervolgens een akte na tussenarrest genomen. Castricum heeft daarop gereageerd met een antwoordakte na tussenarrest.
Ten slotte is wederom arrest gevraagd.

2.Beoordeling

2.1 Delta Lloyd heeft in haar akte na het tussenarrest van 22 januari 2013 aan de orde gesteld dat het hof ten onrechte heeft aangenomen dat zij heeft willen stellen dat de brand is ontstaan als gevolg van laswerkzaamheden van [D] in de spuitcabine. Wat betreft de toedracht van de brand is haar stelling, aldus Delta Lloyd, dat de brand is ontstaan als gevolg van laswerkzaamheden of voorbereidende laswerkzaamheden waarbij vonken zijn vrijgekomen die tot de brand hebben geleid. Dat kunnen ook werkzaamheden zijn geweest, daarom gaat het Delta Lloyd kennelijk, die hebben plaatsgehad in de onmiddellijke nabijheid van de spuitcabine.
Castricum heeft daarop niet gereageerd.
Het hof zal, de voortgang van het partijdebat vóór en na het tussenarrest van 22 januari 2013 in aanmerking genomen, als het tussen partijen relevante bewijsthema aanmerken:
dat de brand is ontstaan als gevolg van laswerkzaamheden of voorbereidende laswerkzaamheden van [D] in dan wel in de onmiddellijke nabijheid van de spuitcabine waarbij vonken zijn vrijgekomen.
Voor het overige blijft het hof bij hetgeen het in zijn tussenarrest van 22 januari 2013 heeft overwogen en beslist.
2.2
Delta Lloyd heeft te kennen gegeven bewijs te willen leveren door middel van een deskundigenbericht. Castricum heeft betoogd dat het hof dit bewijsaanbod moet passeren omdat het niet ter zake dienend is.
Het hof verwerpt het betoog van Castricum. In de kern gaat het erom te onderzoeken of de brand een andere oorzaak kan hebben dan laswerkzaamheden respectievelijk voorbereidende laswerkzaamheden in of in de onmiddellijke nabijheid van de spuitcabine. Het hof houdt er rekening mee dat een branddeskundige met behulp van de hem of haar ter beschikking staande expertise licht kan werpen op de oorzaak van de brand aan de hand van het brandbeeld en hetgeen overigens ten aanzien van de brand is komen vast te staan. Als op basis van de bevindingen van de te benoemen deskundige een alternatieve oorzaak kan worden uitgesloten, kan Delta Lloyd daaraan onmiskenbaar bewijs ontlenen.
De deskundige zal bij zijn onderzoek mogen betrekken de waarnemingen en vaststellingen van eerdere deskundigen die onbetwist zijn gebleven.
2.3
De door Delta Lloyd voorgestelde vragen zijn gedeeltelijk geschikt om te achterhalen of een andere oorzaak dan, kort gezegd, laswerkzaamheden kan worden uitgesloten. Het hof heeft het voornemen om de volgende vragen aan de te benoemen deskundige voor te leggen:
(a) is de brand ontstaan in of in de directe omgeving van het vloerrooster van de spuitcabine?
(b) zo neen, kunt u een andere plaats aanwijzen waar de brand is ontstaan?
(c) is de brand ontstaan door open vuur (vonken) en/of door gesmolten aluminium spetters?
(d) kunt u een technische oorzaak van de brand uitsluiten?
2.4
Verder heeft hof het voornemen opgevat om deskundige expertise in te winnen bij een ter zake kundige medewerker van het Nederlands Forensisch instituut.
2.5
Partijen mogen zich uitlaten over de voornemens, eerst Delta Lloyd en daarna Castricum. Zodra partijen hun standpunt aan het hof hebben bekend gemaakt, zal het hof voortgaan met de voorbereiding van het voorgenomen deskundigenonderzoek.
2.6 Op de voet van het bepaalde in artikel 195 Wetboek van burgerlijke rechtsvordering ligt het op de weg van Castricum als eisende partij om het voorschot op het loon van de deskundige te betalen. Gelet op al hetgeen reeds aan onderzoek heeft plaatsgehad geeft het hof er de voorkeur aan om het voorschot voor rekening van beide partijen te brengen, ieder voor de helft.
2.7
Elke verdere beslissing zal het hof aanhouden.

3.Beslissing

Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van dinsdag 9 juli 2013 voor een akte aan de zijde van Delta Lloyd met het hiervoor onder 2.5 omschreven doel;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. G.B.C.M. van der Reep, D.J. Oranje en E.J.H. Schrage en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2013.