ECLI:NL:GHAMS:2013:4076

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 november 2013
Publicatiedatum
20 november 2013
Zaaknummer
200.137.060/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van het Gerechtshof Amsterdam in wrakingsverzoek

Op 11 november 2013 heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend bij het Gerechtshof Amsterdam, gericht tegen mr. O.J. van Leeuwen en mr. F. van der Hoek, beiden rechters van de rechtbank Amsterdam. Het verzoek is ingediend ter griffie van het hof en betreft de onpartijdigheid van de rechters in een lopende procedure. Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een verzoek tot wraking moet worden ingediend bij het gerecht waarbij de zaak aanhangig is, of was. Dit uitgangspunt is van belang omdat wrakingsverzoeken worden gezien als incidenten binnen de hoofdprocedure. Het hof heeft geconcludeerd dat het verzoek tot wraking niet bij hen ingediend had moeten worden, aangezien zij niet de bevoegde instantie zijn om dit verzoek te behandelen. Daarom heeft het hof zich ambtshalve onbevoegd verklaard om het wrakingsverzoek van verzoeker in behandeling te nemen.

De beslissing van het hof houdt in dat het verzoek tot wraking niet in behandeling wordt genomen en dat de zaak wordt verwezen naar de rechtbank Amsterdam, waar het verzoek wel kan worden behandeld. De beschikking is gegeven door de rechters S. Clement, M.P. van Achterberg en J.A.M. de Wit, in aanwezigheid van griffier mr. J.G.E.Y. Lok, en is openbaar uitgesproken op 19 november 2013. Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen bij het indienen van een wrakingsverzoek en de noodzaak om dit bij de juiste instantie te doen.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM
zaaknummer : 200.137.060/01
beschikking van de wrakingskamer van 19 november 2013
inzake het op 11 november 2013 ter griffie van dit hof ingediende verzoekschrift door:
[verzoeker]
adres:[adres],
verzoeker.

1.Het procesverloop

Het onderhavige verzoek tot wraking met één bijlage is op 11 november 2013 binnengekomen ter griffie van het hof.
Het verzoek strekt tot wraking van mr. O.J. van Leeuwen, rechter van de rechtbank Amsterdam, en mr. F. van der Hoek, (voormalig) rechter van de rechtbank Amsterdam.

2.Beoordeling

2.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2.
Het hof neemt, gelet op het feit dat wrakingsverzoeken gezien worden als incidenten in de hoofdprocedure, als uitgangspunt dat een verzoek tot wraking moet worden ingediend bij het gerecht waarbij de zaak aanhangig is, althans was. Het hof ziet geen aanleiding in de onderhavige zaak van dat uitgangspunt af te wijken. Het hof acht zich derhalve onbevoegd het wrakingsverzoek van [verzoeker] in behandeling te nemen.
2.3.
Uit het voorgaande volgt dat het hof zich ambtshalve onbevoegd zal verklaren van het wrakingsverzoek van [verzoeker] kennis te nemen. Het hof zal de zaak, gelet op het bepaalde
in artikel 73 Rv, verwijzen naar de rechtbank Amsterdam.

3.Beslissing

De wrakingskamer:
verklaart zich onbevoegd van het verzoek kennis te nemen;
verwijst het verzoek naar de rechtbank Amsterdam.
Deze beschikking is gegeven door mrs. S. Clement, M.P. van Achterberg en J.A.M. de Wit in tegenwoordigheid van mr. J.G.E.Y. Lok als griffier en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 19 november 2013.