ECLI:NL:GHAMS:2013:4076
Gerechtshof Amsterdam
- Wraking
- S. Clement
- M.P. van Achterberg
- J.A.M. de Wit
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van het Gerechtshof Amsterdam in wrakingsverzoek
Op 11 november 2013 heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend bij het Gerechtshof Amsterdam, gericht tegen mr. O.J. van Leeuwen en mr. F. van der Hoek, beiden rechters van de rechtbank Amsterdam. Het verzoek is ingediend ter griffie van het hof en betreft de onpartijdigheid van de rechters in een lopende procedure. Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een verzoek tot wraking moet worden ingediend bij het gerecht waarbij de zaak aanhangig is, of was. Dit uitgangspunt is van belang omdat wrakingsverzoeken worden gezien als incidenten binnen de hoofdprocedure. Het hof heeft geconcludeerd dat het verzoek tot wraking niet bij hen ingediend had moeten worden, aangezien zij niet de bevoegde instantie zijn om dit verzoek te behandelen. Daarom heeft het hof zich ambtshalve onbevoegd verklaard om het wrakingsverzoek van verzoeker in behandeling te nemen.
De beslissing van het hof houdt in dat het verzoek tot wraking niet in behandeling wordt genomen en dat de zaak wordt verwezen naar de rechtbank Amsterdam, waar het verzoek wel kan worden behandeld. De beschikking is gegeven door de rechters S. Clement, M.P. van Achterberg en J.A.M. de Wit, in aanwezigheid van griffier mr. J.G.E.Y. Lok, en is openbaar uitgesproken op 19 november 2013. Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen bij het indienen van een wrakingsverzoek en de noodzaak om dit bij de juiste instantie te doen.