Uitspraak
_______________________________________________________________________ _ _
1.Het geding in hoger beroep
memory stickmet een geluidsopname alsmede het transcript van die geluidsopname ter griffie van het hof ingekomen.
De stukken van het geding
3.De feiten
4.Het standpunt van klagers
5.Het standpunt van de notaris
6.De beoordeling
U geeft aan dat er thans onvoldoende middelen zijn om mijn declaratie te voldoen. Dit zelfde geldt voor de te betalen successierechten. Zoals al eerder aangegeven en met u besproken is het mogelijk en aan te raden een tweede hypotheek te vestigen op de woning ter verkrijging van voldoende liquide middelen. Dit uiteraard tenzij de woning al is verkocht. Het is raadzaam dit te bespreken met een bank en/of financieel adviseur.”
beheersexecuteur, zoals klaagster onder het nieuwe recht dient te worden aangemerkt, moet bij het maken van de keuze welke goederen op welke wijze worden verkocht, zoveel mogelijk in overleg treden met de erfgenamen, nu de erflater in zijn testament niet anders had bepaald. Ook omwille van de goede verhoudingen tussen klagers en de kinderen van erflater alsook met de moeder van de kinderen als hun wettelijk vertegenwoordiger, is het niet onlogisch dat de notaris heeft geadviseerd de medewerking/toestemming van de wettelijke vertegenwoordiger van de kinderen van erflater te vragen. Voorts is van belang dat in het geval er geen schulden (meer) zijn die ertoe noodzaken om de woning te verkopen, de (beheers)executeur slechts tezamen met de erfgenamen tot vervreemding van de woning over kan gaan. In dit kader heeft de notaris onweersproken aangevoerd dat er geen directe reden bestond om de woning te verkopen om daarmee direct opeisbare schulden van de nalatenschap te voldoen. Op grond van het hiervoor overwogene acht het hof de handelwijze van de notaris op dit punt niet klachtwaardig.
7.De beslissing
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.De klacht
4.Standpunt van de notaris
5.De beoordeling
“…In ons eerste gesprek op 6 juli 2010 was het dan ook al een punt van discussie of en in hoeverre de erven door het notariskantoor geïnformeerd en geraadpleegd moesten worden over de voortgang van het dossier. Mevrouw [naam] gaf te kennen dat zij het aan haar ambt verplicht was de erven te informeren en adviseren…”.
“…U geeft aan dat er thans onvoldoende middelen zijn om mijn declaratie te voldoen. Dit zelfde geldt voor de te betalen successierechten. Zoals al eerder aangegeven en met u besproken is het mogelijk en aan te raden een tweede hypotheek te vestigen op de woning ter verkrijging van voldoende liquide middelen. Dit uiteraard tenzij de woning al is verkocht...”.Klagers stellen dat dit advies achteraf onmogelijk uitvoerbaar was. De Kamer oordeelt dat er sprake was van miscommunicatie. Voor het geval de moeder samen met de erfgenamen in de woning zou blijven wonen, was er voor het vestigen van de hypotheek wel degelijk toestemming van de kantonrechter vereist. Dit onderdeel is ongegrond.
“…Bij nader onderzoek ben ik thans van mening dat voor het notarieel vastleggen van de overeenkomst van geldlening zowel de toestemming van de wettelijk vertegenwoordiger (de moeder) een vereiste is, als ook de toestemming van de kantonrechter…”.