Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
mr. drs. I.M.C.A. Reinders Folmerte Amsterdam,
1.[GEÏNTIMEERDE SUB 1],
mr. J.W.C. Bruinste Amsterdam.
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
- i) [appellant] en [geïntimeerden] zijn buren en wonen aan het adres [adres 1].
- ii) [appellant] heeft een dakterras aangebracht op het dak van de garage van het bedrijfspand dat naast zijn woning is gelegen. [appellant] heeft vanaf de eerste etage van zijn woning toegang tot het dakterras. Het dakterras heeft een rechthoekige vorm en grenst aan twee zijden aan het perceel van [geïntimeerden] De lange (noordelijke) zijde van het dakterras grenst aan het deel van het perceel van [geïntimeerden] waar zich de garage en oprit van [geïntimeerden] bevinden. De korte (oostelijke) zijde van het dakterras grenst aan het deel van het perceel van [geïntimeerden] waar zich de tuin van [geïntimeerden] bevindt.
- iii) Bij brief van 15 mei 2012 heeft de advocaat van [geïntimeerden] [appellant] gesommeerd – voor zover hier van belang – het dakterras te verwijderen. Bij brief van 15 juni 2012 heeft [appellant] meegedeeld dat hij aan die sommatie geen gehoor zal geven.