Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
MAALWERK AMSTERDAM B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
- voor recht zal verklaren dat Maalwerk aansprakelijk is voor de door [appellant] geleden en te nog te lijden materiele en immateriële schade ten gevolge van het hem op 31 augustus 2007 overkomen arbeidsongeval;
- Maalwerk zal veroordelen om aan [appellant] te betalen alle door hem ten gevolge van het arbeidsongeval op 31 augustus 2007 geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade, welke schade nader dient te worden opgemaakt bij staat en vereffend volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het opeisbaar worden van de respectievelijke schades, tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van Maalwerk in de kosten van beide instanties.
2.Feiten
3.Beoordeling
in het principaalappel lenen zich voor gezamenlijke behandeling. In essentie komen zijn grieven erop neer dat hij heeft voldaan aan de op hem rustende stelplicht en dat voldoende aannemelijk is dat hij in de uitvoering van zijn werkzaamheden letsel heeft opgelopen. De onduidelijkheid over de feitelijke gang van zaken dient aan Maalwerk te worden toegerekend. Volgens [appellant] is de kantonrechter dan ook ten onrechte niet toegekomen aan de beoordeling van de zorgplicht van Maalwerk.
“Hoekstrip bij uitloop v/e filter mogelijk afronden + klopper aanpassen”.
voorwaardelijk in het incidenteel appelopgeworpen grief te behandelen. Deze grief richt zich tegen de overweging van de kantonrechter dat de onduidelijkheid over de feitelijke gang van zaken ook Maalwerk valt aan te rekenen omdat zij het ongeval niet gelijk bij de Arbeidsinspectie heeft gemeld. Onder verwijzing naar hetgeen hiervoor in r.o. 3.7 is overwogen faalt deze grief.