Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
- memorie van grieven, tevens houdende - niet blijkens opschrift, maar blijkens inhoud - wijziging van eis ;
- memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in het (voorwaardelijk ingestelde) incidenteel appel, met producties;
- memorie van antwoord in het (voorwaardelijk ingestelde) incidenteel appel.
2.De feiten
3.Beoordeling van de grieven
Uit verzuimgegevens van de werkgever blijkt dat betrokkene een laag gemiddeld verzuim heeft totdat zij op 26-04-2005 uitvalt met verschijnselen van een Whip-lash als gevolg van een aanrijding. Na de aanrijding heeft zij aanvankelijk doorgewerkt. Na enkele weken bleek dit te zwaar en is in samenspraak het aantal uren verminderd. Daarna is geleidelijk opgebouwd. Van augustus tot december heeft ze 24 uur gewerkt. In januari 2006 is het aantal uren verder uitgebouwd naar 29 uur per week. Dit bleek voor haar niet haalbaar, waardoor zij met ingang van 29 maart weer volledig arbeidsongeschikt is(aanvulling hof: sindsdien heeft [appellante] niet meer gewerkt).
Op 6 maart 2006 heeft betrokkene verzocht om een deskundigenoordeel omdat zij van mening was dat er te snel werd opgebouwd. Na onderzoek stelde het UWV haar (..) in het gelijk; de werkgever schoot te kort in reïntegratie doordat de uren in een te hoog tempo zijn opgebouwd. In de gesprekken benadrukken zowel werkgever als werknemer dat zij sinds de aanrijding niet meer in een gangbaar tempo heeft kunnen werken.”
- is aangewezen op vaste, bekende werkwijzen (routine-afhankelijk)
- is aangewezen op een voorspelbare werksituatie, kan niet flexibel inspelen op sterk wisselende uitvoeringsomstandigheden en/of taakinhoud
- is aangewezen op een werksituatie zonder veelvuldige storingen of onderbrekingen
- is aangewezen op werk zonder veelvuldige deadlines of productiepieken
- is aangewezen op werk waarin geen hoog handelingstempo vereist is; geen hoog opgelegd werktempo
- is beperkt tav omgaan met conflicten; kan een conflict met agressieve of onredelijke mensen uitsluitend in telefonisch of schriftelijk contact hanteren
- samenwerking met anderen is beperkt; kan met anderen werken, maar met een eigen, van te voren afgebakende deeltaak
- is aangewezen op werk dat geen leidinggevende aspecten bevat
is beperkt ten aanzien van geluidsbelasting, trilbelasting, werken met
de werkomvang is te beperken tot 2 uur per dag 10 uur per week”
grief in incidenteel beroep. Volgens London heeft de rechtbank - in het kader van de vraag of de klachten in causaal verband staan met het ongeval - ten onrechte geen rekening gehouden met het feit dat [appellante] in 1997 reeds betrokken is geweest bij een verkeersongeval, waarbij de auto waarin [appellante] zat total loss is geraakt. London doelt hier vermoedelijk op een of meer mogelijke pre-existente klacht(en) bij [appellante]. Naar vaste jurisprudentie van de Hoge Raad wordt het causaal verband door dergelijke klachten echter niet verbroken (bijzondere omstandigheden waarin dit anders ligt zijn gesteld noch gebleken). Reeds daarom faalt de grief. Waar voorts geen enkele aanwijzing aanwezig is dat bedoeld ongeval ten tijde van het in deze procedure aan de orde zijnde ongeval (in 1997 was daarvan volgens [appellante] ook al geen sprake) enige pre-existente klacht bij [appellante] had achtergelaten - zij werkte gewoon en had een laag gemiddeld verzuim: zie hiervoor onder 3.4 - ziet het hof ook geen aanleiding bedoeld eerdere ongeval enige rol toe te bedelen bij de vaststelling van de hoegrootheid van de door [appellante] als gevolg van het ongeval geleden schade. Daarvan kan immers pas sprake zijn als aannemelijk is dat dergelijke pre-existente klachten, het ongeval weggedacht, zouden hebben bewerkstelligd dat betrokkene bepaalde schade hoe dan ook zou hebben geleden. In de hiervoor omschreven situatie kan worden uitgesloten dat tot een dergelijke aannemelijkheid - zelfs al zou blijken dat [appellante] na het ongeval in 1997 enige klacht heeft ondervonden - zou kunnen worden gekomen. Een nader onderzoek naar de patiëntenkaart van [appellante] in de periode na het ongeval in 1997 - in welk verband de huisarts bovendien al heeft verklaard dat hij geen specialistische informatie noch spreekuurcontacten in zijn archief heeft kunnen vinden (zie productie 2.q bij inleidende dagvaarding) - acht het hof dan ook niet nodig.