ECLI:NL:GHAMS:2013:BY9056
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- E.M. Vrouwenvelder
- D.B. Bijl
- A.H.R.M. Denie
- Rechtspraak.nl
Indeling van cocktailsnacks in de Gecombineerde Nomenclatuur en vernietiging van bindende tariefinlichtingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 januari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de indeling van cocktailsnacks in de Gecombineerde Nomenclatuur. De belanghebbende, aangeduid als [A] B.V., had bezwaar gemaakt tegen twee bindende tariefinlichtingen (BTI's) die door de inspecteur van de Belastingdienst/Douane waren afgegeven. De inspecteur had de cocktailsnacks ingedeeld onder post 1905 90 55, terwijl de belanghebbende stelde dat de indeling onder post 2008 11 91 correcter zou zijn. De rechtbank had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna het hoger beroep werd ingesteld.
Tijdens de zitting bevestigde de inspecteur dat de in de BTI's vermelde tariefpost onjuist was, omdat de producten gezoet waren en niet gezouten. Het Hof oordeelde dat de BTI's vernietigd moesten worden, aangezien de indeling onder post 1905 90 55 niet correct was. Het Hof volgde de inspecteur in zijn standpunt en verklaarde het beroep gegrond. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en de BTI's werden ongeldig verklaard.
Daarnaast werd de inspecteur veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de belanghebbende, die in totaal € 2.865 bedroegen. Het Hof gaf ook aan dat tegen deze uitspraak binnen zes weken beroep in cassatie kon worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige douanekamer, bestaande uit drie rechters, en werd openbaar uitgesproken.