ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ1347
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.A. Goslings
- E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell
- M.J.L. Mastboom
- Rechtspraak.nl
Langdurige voorlopige hechtenis en de ontvankelijkheid van de vordering tot invrijheidstelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 januari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontvankelijkheid van de vordering tot invrijheidstelling van [appellant], die in voorlopige hechtenis was genomen. De zaak is gestart met een dagvaarding op 5 juli 2012, waarbij [appellant] in hoger beroep ging tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 8 juni 2012. In dat vonnis werd [appellant] weliswaar ontvankelijk verklaard, maar werd zijn vordering tot invrijheidstelling afgewezen. Het hof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de kortgedingrechter niet als restrechter kan optreden in deze situatie. Het hof oordeelde dat [appellant] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering, omdat de vraag of de voorlopige hechtenis moet voortduren door de strafrechter moet worden beantwoord. Het hof heeft de grieven van [appellant] niet-ontvankelijk verklaard en het vonnis van de rechtbank voor het overige bekrachtigd. Tevens is [appellant] veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep, die zijn begroot op een totaal van € 4.589,-, te vermeerderen met wettelijke rente. Dit arrest is openbaar uitgesproken en de beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.