ECLI:NL:GHAMS:2013:CA1836
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A. van Haeringen
- C.G. Kleene-Eijk
- S.F.M. Wortmann
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake levensonderhoud na echtscheiding met betwisting van draagkracht en behoefte
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin een uitkering tot levensonderhoud van € 3.000,- per vier weken aan de vrouw is vastgesteld. De man is in hoger beroep gekomen van een beschikking van 9 mei 2012, waarin de onderhoudsverplichting is vastgesteld. De vrouw heeft verweer gevoerd en de zaak is op 19 november 2012 ter terechtzitting behandeld. De partijen zijn in 2010 gehuwd en hun huwelijk is op 2 november 2011 ontbonden. De man heeft verzocht om de onderhoudsverplichting te beëindigen, terwijl de vrouw de bestreden beschikking wilde bekrachtigen.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de vraag of de vrouw samenwoont met een ander als waren zij gehuwd, en of de man voldoende draagkracht heeft om de uitkering te voldoen. De man heeft gesteld dat de vrouw samenwoont met haar vriend, maar het hof oordeelt dat de man onvoldoende bewijs heeft geleverd om deze claim te onderbouwen. Daarnaast heeft de man betwist dat hij in staat is om de uitkering te betalen, maar het hof komt tot de conclusie dat hij niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij zijn vermogen heeft verloren.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de man is verplicht om de uitkering tot levensonderhoud aan de vrouw te blijven betalen. De beslissing is genomen op 2 april 2013 door de rechters A. van Haeringen, C.G. Kleene-Eijk en S.F.M. Wortmann, in aanwezigheid van griffier D.M. Jansen.