ECLI:NL:GHAMS:2014:13
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- E.M. Vrouwenvelder
- B.A. van Brummelen
- J.T. Sanders
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake naheffingsaanslagen omzetbelasting en boetebeschikkingen in de seksbranche
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over naheffingsaanslagen omzetbelasting en boetebeschikkingen die zijn opgelegd aan belanghebbende, een exploitant van een seksinrichting. De inspecteur van de Belastingdienst had aan belanghebbende naheffingsaanslagen opgelegd voor de jaren 2008 en 2009, waarbij de inspecteur van mening was dat de omzetbelasting ook verschuldigd was over de diensten van de sekswerkers die in de inrichting werkzaam waren. Belanghebbende betwistte dit en stelde dat er enkel een rechtsbetrekking bestond tussen de klant en de sekswerker, en dat zij enkel kamers verhuurde aan klanten.
Het Hof oordeelde dat er onder de gegeven omstandigheden een rechtsbetrekking tot stand komt tussen belanghebbende en de klant, die ook alle handelingen van de sekswerker omvat. De terbeschikkingstelling van de kamer en de handelingen van de sekswerker werden als een ondeelbare prestatie aangemerkt voor de toepassing van de Wet op de omzetbelasting 1968. De naheffingsaanslagen werden op goede gronden aan belanghebbende opgelegd, maar de boete werd vernietigd. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank in de zaak met kenmerk 11/00807, maar vernietigde de uitspraken in de zaken met de kenmerken 11/00805 en 11/00806, voor zover deze de boeten betroffen. De inspecteur werd veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.
De uitspraak benadrukt de noodzaak om de aard van de dienstverlening in de seksbranche goed te duiden en de fiscale verplichtingen die daaruit voortvloeien. Het Hof concludeerde dat de diensten van belanghebbende niet alleen de verhuur van kamers omvatten, maar ook de diensten van de sekswerkers, waardoor de omzetbelasting ook over deze diensten verschuldigd was.