2.3.2.De rechtbank heeft in de onderdelen 5 en 6 van haar uitspraak met kenmerk 09/2257 PARKBL verder overwogen:
“5. (…) In geschil is of verweerder terecht een bedrag van € 49,00 als kosten in de naheffingsaanslag van € 50,00 heeft opgenomen.
6. Verweerder heeft zich in de uitspraak op bezwaar ten onrechte op het standpunt gesteld dat het kostenbesluit een landelijk tarief is dat ieder jaar door het ministerie wordt vastgesteld en vervolgens in de verordening op de heffing van parkeerbelasting wordt opgenomen. Uit artikel 234, zevende lid, juncto artikel 2, tweede lid, van het besluit gemeentelijke parkeerbelastingen volgt immers dat de gemeenteraad op basis van een raming van het jaarlijkse totaal van de in het eerste lid van het besluit omschreven kosten, in verhouding tot het geraamde jaarlijkse aantal aaneengesloten parkeerperioden binnen een kalenderdag waarover wordt nageheven, het bedrag vaststelt dat per nageheven aaneengesloten parkeerperiode binnen een kalenderdag aan de belastingschuldige in rekening wordt gebracht.
Uit het arrest van de Hoge Raad van 14 juni 2002 (gepubliceerd onder LJ-nummer AD6867) volgt dat die bepaling niet eist dat de gemeenteraad indien hij in enig jaar op basis van een raming de werkelijke kosten heeft geraamd en het in rekening te brengen kostenbedrag heeft vastgesteld, voor elk kalenderjaar daarna een nieuw kostenbesluit neemt op basis van nieuwe ramingen. Wel vloeit uit het besluit voort dat het in enig jaar geldende kostenbedrag het bedrag dat zou zijn berekend op basis van ramingen voor het desbetreffende jaar niet mag overtreffen. Indien de gemeenteraad heeft nagelaten voor een bepaald jaar het kostenbedrag vast te stellen op basis van ramingen voor dat jaar en de belastingplichtige zich op zodanig nalaten beroept, rust op de gemeente de bewijslast aan die eis te voldoen.
Uit de door eiser overlegde gedingstukken blijkt dat de raad van de gemeente Bergen op
18 december 2007 het kostenbedrag per naheffingsaanslag voor het jaar 2008 heeft vastgesteld op € 49,00. Nu eiser in beroep het kostenbedrag heeft betwist dient de rechtbank te onderzoeken of het kostenbedrag voor 2008 het bedrag dat zou zijn berekend indien voor dat jaar ramingen zouden zijn gemaakt niet overtreft. Nu de rechtbank niet beschikt over de voor dit onderzoek vereiste gegevens zal zij het beroep gegrond verklaren, de uitspraak op bezwaar voor zover daarin het desbetreffende bezwaar ongegrond is verklaard vernietigen wegens schending van artikel 7:12, tweede lid, van de Awb en verweerder opdragen in zoverre opnieuw op het bezwaar te beslissen”.
2.3.3.De heffingsambtenaar heeft op 28 april 2010 opnieuw uitspraak op bezwaar gedaan en als volgt besloten:
“In de procedure (…) heeft de rechtbank ons opgedragen alsnog uitspraak te doen op het onderdeel kostenbesluit. (…)
De raad van de gemeente Bergen heeft op 18 december 2007 het kostenbedrag per naheffingsaanslag voor het jaar 2008 vastgesteld op € 49,00.
De raad heeft hiertoe over kunnen gaan op grond van de onderbouwing die als bijlage is toegevoegd. Uit de bijlage blijkt dat de raming voor 2008 zou uitkomen op een bedrag ad € 52,27 zodat het bedrag ad € 47,00 binnen de wettelijke grens blijft.
(…)
Gezien het bovenstaande besluit ik uw bezwaarschrift ongegrond te verklaren”.
In ‘de onderbouwing die als bijlage is toegevoegd’ zijn de volgende gegevens opgenomen:
“Onderbouwing naheffingsaanslagen 2008
62140300 Product; Parkeerboeten en parkeervergunningen Begroting 2008
Directe kosten m.b.t. parkeerboeten (naheffingsaanslagen)
30000 inhuur derden PCH; uren opleggen naheffingsaanslagen € 185.400,00
34332 heffing parkeerboeten PCH; invordering nha’s en bezwaarschriften 83.481,00
Correctie bezwaarschriften 1800 12,50 22.500,00-
34373 Proces- en gerechtskosten Juridische kosten n.a.v. afhandeling toegekende bezwaarschriften 3.231,00
34396 Overige diensten PCH; uren m.b.t. rapportage en administratieve verwerking 66.882,00
Doorbelasting kostenplaatsen uurtarief uren nha’s
5200100
(…) FA Salarislasten 395.085,00 395.085,00
(…) -vastlegging binnen fin.systeem Overhead 333.468,00 50% 197.542,50
728.553,00 592,627,50 € 54,18 204 11.051,83
10939
52003200
(…) Frontoffice Salarislasten 772.696,00 772.696,00
(…) - afhandelen vragen nha’s Overhead 726.591,00 50% 386.348,00
-informatieverstrekking mbt nha’s 1.499,287,00 1.159.044,00 € 54,97 1027 56.454,27
-ontvangen betalingen van nha’s 21085
-klachtenafhandeling nav nha’s
52003200
(…) Backoffice Salarislasten 547.110,00 547.110,00
(…) -contact met uitvoerende org. Overhead 526.255,00 50% 273.555,00
-controle aangeleverde data 1.073.365,00 820.665,00 € 57,41 145 8.324,34
-periodieke verantwoording 14295
52014100 Kantoorruimte en garagebox 25.846,05
€ 418.170,49
62150200 Product; Opbrengst parkeerboeten en parkeervergunningen
34055 Parkeerboetes Raming aantal opgelegde nha’s 8000 stuks Tarief € 52,27
Conclusie: De kosten voor naheffîngsaanslagen over 2008 liggen boven het gemaximeerde tarief van € 49,00.
Gemeente Bergen is dus gerechtigd om het maximaal gehanteerde tarief in rekening te brengen”.
2.3.4.De heffingsambtenaar is door de rechtbank in de gelegenheid gesteld nadere uitleg te geven over de totstandkoming van het kostenbedrag. Hij heeft in een brief aan belanghebbende van 24 januari 2011 de volgende toelichting gegeven:
“Met betrekking tot de kostenonderbouwing
1. Technische uitleg onderbouwing kosten naheffingsaanslag
De kostenonderbouwing van de naheffingsaanslagen wordt conform art. 2 lid 1 en 2 van het Besluit gemeentelijke Parkeerbelasting opgesteld.
Directe kosten;
Ten behoeve van het toezicht op hiertoe aangewezen gebieden waar betaald parkeren verplicht is wordt door gemeente Bergen een externe organisatie ingehuurd. Deze verzorgt zowel het opleggen als de inning van de naheffingsaanslagen. De kosten die hiermee gemoeid zijn worden als directe kosten opgenomen in de kostenonderbouwing.
Voor de kosten die voortvloeien uit ingediende bezwaarschriften wordt een correctie toegepast, deze zijn dus niet in de kostenonderbouwing opgenomen.
Organisatie kosten;
Gemeente Bergen hanteert het systeem van kostenplaatsen welke via verdeelsleutels
over de diverse kostendragers/producten verdeeld worden. Ten behoeve van het opleggen van naheffingsaanslagen voeren een drietal afdelingen werkzaamheden uit.
Van deze afdelingen zijn in de kostenonderbouwing vanuit de begroting de salarislasten en (tot max. 50% van de salarislasten) de overhead. Hieruit is per afdeling een uurtarief berekend. Voor elke afdeling is vanuit ervaringscijfers de tijd bepaald van de werkzaamheden die als gevolg van de naheffingsaanslagen uitgevoerd worden. Hieruit vloeit een kostenbedrag voort. Tevens worden er nog specifieke huisvestingskosten t.b.v. de medewerkers van de ingehuurde externe organisatie in de kostenonderbouwing meegenomen.
De totale kosten worden gedeeld door het geraamde aantal naheffingsaanslagen waaruit de kostprijs per naheffing volgt.
2. Beantwoording specifieke vraagstelling