Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.De stukken van het geding
3.De feiten
4.De standpunten van partijen en de beoordeling
Belehrungspflichten de
Beratungspflichtdoor deze advocaat te laten verrichten,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beslissing van de kamer van toezicht over notarissen in Utrecht, waarbij de klacht van klager tegen de notaris ongegrond werd verklaard. Klager, de zoon van de erflater, heeft de notaris aangeklaagd vanwege vermeende partijdigheid en het niet in acht nemen van de geestelijke toestand van zijn vader bij het opstellen van de uiterste wilsbeschikking. De vader van klager overleed op 25 april 2011, en de notaris had eerder testamenten opgesteld in 2010. Klager stelt dat de notaris niet onpartijdig heeft gehandeld en dat hij niet heeft voldaan aan de zorgplicht die voortvloeit uit de Wet op het notarisambt.
Het hof heeft de zaak behandeld op 20 februari 2014, waarbij klager en zijn gemachtigde aanwezig waren, maar de notaris niet. Het hof heeft de feiten vastgesteld op basis van de eerdere beslissing van de kamer en de ingediende stukken. Klager heeft zes klachtonderdelen ingediend, die door het hof zijn beoordeeld. Het hof oordeelt dat de notaris niet partijdig heeft gehandeld en dat er geen redenen waren om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van de erflater. De notaris heeft voldoende stappen ondernomen om de geestelijke toestand van de erflater te beoordelen en heeft geen tuchtrechtelijke tekortkomingen vertoond.
Uiteindelijk bevestigt het hof de beslissing van de kamer van toezicht en verklaart de klacht van klager in al zijn onderdelen ongegrond. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van notarissen en de noodzaak om zorgvuldig om te gaan met de belangen van alle betrokken partijen, maar concludeert dat de notaris in deze zaak correct heeft gehandeld.