Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Beoordeling
het in dit verband relevante bewijsthema geformuleerd.
Verder heeft het hof onder woorden gebracht welke vragen het aan de deskundige wil voorleggen alsmede het voornemen geuit om deskundige expertise in te winnen bij een een ter zake kundige medewerker van het Nederlands Forensisch Instituut en om het voorschot op het aan de deskundige toekomende loon ten laste van Castricum te brengen. Partijen mochten zich nog uitlaten over de voornemens.
Castricum heeft tegen een aantal van de voornemens bezwaar gemaakt. Castricum heeft onder meer betoogd dat het hof moet terugkomen van zijn beslissing over het tussen partijen relevante bewijsthema. Dit zou te royaal zijn gekozen.
dat de brand is ontstaan als gevolg van laswerkzaamheden of voorbereidende laswerkzaamheden van [D] in dan wel in de onmiddellijke nabijheid van de spuitcabine waarbij vonken zijn vrijgekomen.
De getuigenverklaringen boden onvoldoende houvast om in rechte te aanvaarden dat de brand is ontstaan als gevolg van laswerkzaamheden of voorbereidende laswerkzaamheden van [D] in dan wel in de onmiddellijke nabijheid van de spuitcabine waarbij vonken zijn vrijgekomen.
Delta Lloyd wil thans door middel van deskundigenonderzoek bewijzen dat de brand geen andere oorzaak kan hebben dan de gedragingen van [D]. Zij heeft zich daartoe in de kern op het standpunt gesteld dat een technische oorzaak van de brand redelijkerwijs kan worden uitgesloten.
Castricum heeft bestreden dat een technische oorzaak van de brand redelijkerwijs kan worden uitgesloten.
- de foto’s die haar schade-expert [X] heeft gemaakt op 30 juni 2008,
- de rapportage van Brandtechnisch Bureau Nederland BV van 14 juli 2008 (voorlopig) en 11 september 2008,
- de rapportage van [Z], technisch onderzoeker bij Delta Lloyd,
van 3 september 2008,
- de rapportage van DGMR Bouw B.V. van 14 mei 2009.
- de rapporten met bijlagen van Stork FDO B.V van 15 juli 2008 (voorlopig), 24 juli 2008 en 2 oktober 2008, aangevuld bij brief van 22 januari 2009,
- het rapport met bijlagen van Custos contra forensics d.d. 23 maart 2009.
2.7 Deskundigenonderzoek kan licht werpen op de oorzaak van de brand. Het hof zal daarom een deskundigenonderzoek gelasten. Als op basis van de bevindingen van de deskundige een alternatieve oorzaak redelijkerwijs kan worden uitgesloten, kan Delta Lloyd daaraan bewijs ontlenen.
a. is de brand ontstaan in of in de directe omgeving van het vloerrooster van de spuitcabine?
b. zo neen, kunt u een andere plaats aanwijzen waar de brand is ontstaan?
c. is de brand ontstaan door open vuur (vonken) en/of door gesmolten aluminium spetters?
d. kunt u een technische oorzaak van de brand uitsluiten?
e. heeft u overigens nog opmerkingen die voor de beoordeling van deze zaak van belang kunnen zijn?
- of en zo ja in hoeverre onderzoek ter plaatse redelijke zin heeft,
- of en in hoeverre de getuigenverklaringen relevant kunnen zijn voor de deskundige,
- de verwachtingen van partijen ten aanzien van de door de deskundige te verrichten werkzaamheden,
- de omvang van het te houden onderzoek,
- de begroting van het te betalen voorschot op de kosten van de deskundige,
- de kans dat het uit te voeren onderzoek kan leiden tot de conclusie dat een technische oorzaak redelijkerwijs kan worden uitgesloten.
Betaling van dit voorlopige voorschot op de deskundigenkosten komt op de voet van het bepaalde in artikel 195 Wetboek van burgerlijke rechtsvordering voor rekening van Castricum. Hetgeen Castricum in dit verband te berde heeft gebracht aangaande de omstandigheden van het geding, geeft het hof geen althans onvoldoende aanleiding, anders te oordelen dan overeenkomstig de wettelijke hoofdlijn.
Het hof heeft verder het voornemen om ter comparitie met partijen te spreken over de vraag welke partij het voorschot op het loon van de deskundige dient te betalen.
De gedachtewisseling tijdens de comparitie zal naar verwachting voorts meer duidelijkheid verschaffen over de omvang van het te houden onderzoek en het hof in staat stellen een definitief voorschot te begroten.
3.Beslissing
a. is de brand ontstaan in of in de directe omgeving van het vloerrooster van de spuitcabine?
b. zo neen, kunt u een andere plaats aanwijzen waar de brand is ontstaan?
c. is de brand ontstaan door open vuur (vonken) en/of door gesmolten aluminium spetters?
d. kunt u een technische oorzaak van de brand uitsluiten?
e. heeft u overigens nog opmerkingen die voor de beoordeling van deze zaak van belang kunnen zijn?
werkzaam bij het Nederlands Forensisch Instituut, postbus 24044, 2490 AA Den Haag;
uiterlijk op 2 juni 2014 schriftelijk en onder opgave van de verhinderdata van de betrokken vertegenwoordigers van partijen alsmede hun raadslieden in de periode van 1 september 2014 tot en met 31 oktober 2014 aan het hof, ter attentie van mr. M. van Vuuren, dient te verzoeken een datum te bepalen;