In deze zaak gaat het om een geschil tussen een appellant en de Nationale Nederlanden Schadeverzekeringsmaatschappij N.V. over de dekking van schadeclaims onder een reisverzekering. De appellant heeft drie claims ingediend, waarvan de eerste claim tijdig is gemeld, maar de tweede en derde claim zijn door de verzekeraar afgewezen omdat deze te laat zouden zijn ingediend. De kantonrechter heeft de vorderingen van de appellant integraal afgewezen, wat de appellant in hoger beroep aanvecht. De appellant stelt dat hij de tweede claim tijdig telefonisch heeft gemeld, maar de verzekeraar betwist dit. De derde claim is pas meer dan een maand na thuiskomst gemeld, wat volgens de polisvoorwaarden te laat is. Het hof oordeelt dat de appellant moet bewijzen dat hij de claims tijdig heeft gemeld en dat de verzekeraar in haar belangen is geschaad door de late melding. Het hof laat de appellant toe tot bewijslevering over de tijdige melding van de tweede claim en de feiten rondom de derde claim. De uitspraak van het hof is dat de appellant wordt toegelaten tot bewijsvoering en dat verdere beslissingen worden aangehouden tot na deze bewijslevering.