ECLI:NL:GHAMS:2014:3101
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J. den Boer
- E.F. Faase
- H.N. van der Kolk
- Rechtspraak.nl
Waardering van onroerende zaken in het kader van de Wet waardering onroerende zaken
In deze zaak gaat het om de waardering van een onroerende zaak, specifiek een woon/bedrijfserf, in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De heffingsambtenaar van de gemeente Heerhugowaard had de waarde van het object voor het jaar 2010 vastgesteld op € 882.000. De belanghebbende, aangeduid als [X], heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat leidde tot een procedure bij de rechtbank Noord-Holland. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende in hoger beroep ging bij het Gerechtshof Amsterdam.
Het Hof heeft de feiten en de eerdere uitspraken in de procedure in overweging genomen. De heffingsambtenaar had de waarde van het object vastgesteld op basis van taxatierapporten en vergelijkingen met andere onroerende zaken. Belanghebbende betwistte de waardering, met name de waardering van de sorteerloodsen en de daarin aangebrachte koel-/vriescellen, en stelde dat er sprake was van een dubbele taxatie.
Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar niet voldoende had aangetoond dat de vastgestelde waarde niet te hoog was. De taxatie van de sorteerloodsen en koel-/vriescellen werd als problematisch beschouwd, omdat de taxateur niet voldoende had onderbouwd waarom de waardering van de sorteerloodsen en de koel-/vriescellen afzonderlijk kon plaatsvinden zonder dat dit leidde tot een dubbeltelling. Uiteindelijk concludeerde het Hof dat de waarde van het object moest worden verminderd tot € 862.000, en verklaarde het beroep gegrond. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, en de heffingsambtenaar werd veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende.