ECLI:NL:GHAMS:2014:3423
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verklaring na derdenbeslag en ongerechtvaardigde verrijking in huwelijkse voorwaarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een verklaring na derdenbeslag dat door Cyrte is gelegd op vorderingen van [X], de echtgenoot van [appellante], op haar. Cyrte heeft op 18 november 2009 conservatoir derdenbeslag gelegd op alle vorderingen die [X] op [appellante] heeft. De rechtbank heeft in een eerder vonnis [appellante] veroordeeld tot betaling aan Cyrte op grond van ongerechtvaardigde verrijking, omdat zij een bedrag van € 150.000,00 had ontvangen dat voortkwam uit onrechtmatige gedragingen van [X]. In hoger beroep heeft [appellante] de grieven ingediend, waarbij zij betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat zij aan Cyrte een bedrag van € 202.409,93 verschuldigd is. Het hof heeft de feiten die door de rechtbank zijn vastgesteld als uitgangspunt genomen, aangezien deze niet in geschil zijn. Het hof heeft de grieven van [appellante] beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank op verschillende punten onterecht heeft geoordeeld. Het hof heeft de vordering van Cyrte tot betaling van € 204.442,39 toegewezen, te vermeerderen met wettelijke rente, en de proceskosten gecompenseerd. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad.