Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
de manis het volgende gebleken.
de vrouwis het volgende gebleken.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de partneralimentatie na een echtscheiding. De man is in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin is bepaald dat hij € 1.060,- per maand aan de vrouw moet betalen als uitkering tot haar levensonderhoud. De man verzoekt om deze uitkering te verlagen naar € 400,- per maand, terwijl de vrouw verzoekt om de eerdere beschikking te bekrachtigen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig overwogen, waaronder de behoefte van de vrouw en de draagkracht van de man. Het hof stelt vast dat de huwelijksgerelateerde behoefte van de vrouw moet worden vastgesteld op basis van 60% van het netto gezinsinkomen van partijen in 2012, en dat de man rekening moet houden met de kosten voor de kinderen die bij hem wonen. Na beoordeling van de financiële situatie van beide partijen, komt het hof tot de conclusie dat de man met ingang van 13 september 2013 tot 1 december 2013 € 773,- per maand en met ingang van 1 december 2013 € 400,- per maand aan de vrouw moet betalen. De proceskosten worden gecompenseerd, gezien de omstandigheden van de zaak. De beschikking van de rechtbank wordt gedeeltelijk vernietigd en de nieuwe alimentatiebedragen worden vastgesteld.