Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
de manis het volgende gebleken.
de vrouwis het volgende gebleken.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen en de uitkering tot levensonderhoud van de vrouw. De vrouw is op 26 februari 2014 in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 27 november 2013. De man heeft op 7 mei 2014 een verweerschrift ingediend en incidenteel hoger beroep ingesteld. De zaak is op 24 september 2014 ter terechtzitting behandeld, waarbij beide partijen bijgestaan werden door hun advocaten.
Partijen zijn in 1989 gehuwd en hebben drie kinderen. Hun huwelijk is op 16 februari 2007 ontbonden. In een echtscheidingsconvenant is een alimentatiebedrag van € 900,- per maand voor de vrouw en € 200,- per maand per kind voor de opvoeding en verzorging van de kinderen vastgesteld. De man heeft in de loop der jaren verschillende banen gehad en is sinds 2011 zelfstandig ondernemer. De vrouw heeft de zorg voor de kinderen en heeft een lagere financiële draagkracht.
Het hof heeft de vraag te beoordelen in hoeverre de man moet bijdragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen en in de kosten van levensonderhoud van de vrouw. Het hof oordeelt dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden die een herbeoordeling van de alimentatieverplichtingen rechtvaardigt. De man heeft zijn financiële situatie toegelicht en het hof heeft de jaarstukken van zijn onderneming en zijn inkomsten in overweging genomen.
De beslissing van het hof is dat de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van het jongste kind wordt vastgesteld op € 211,- per maand voor de periode van 6 november 2012 tot 3 mei 2013. De uitkering tot levensonderhoud van de vrouw wordt vastgesteld op nihil voor de periode van 6 november 2012 tot 3 mei 2013, € 150,- per maand van 3 mei 2013 tot 1 augustus 2013, € 560,- per maand van 1 augustus 2013 tot 1 januari 2014, en € 545,- per maand vanaf 1 januari 2014. De vrouw hoeft geen te veel ontvangen alimentatie terug te betalen.