ECLI:NL:GHAMS:2015:1513
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake eisvermeerdering en tijdige kennisgeving in civiele procedure
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, betreft het een hoger beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Dexia Nederland B.V. tegen een niet verschenen geïntimeerde. Het hof had eerder op 24 februari 2015 een tussenarrest gewezen, waarin Dexia de gelegenheid kreeg om een exploot in het geding te brengen, waarmee de vermeerdering van eis aan de geïntimeerde tijdig kenbaar gemaakt zou worden. Dexia heeft echter op 10 maart 2015 laten weten niet aan deze opdracht te kunnen voldoen en zich te refereren aan het oordeel van het hof.
De verdere beoordeling door het hof richtte zich op de vraag of Dexia tijdig de vermeerdering van eis had kenbaar gemaakt aan de geïntimeerde. Het hof concludeerde dat Dexia hierin niet was geslaagd, waardoor niet voldaan was aan de relevante artikelen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De vermeerdering van eis werd dan ook buiten beschouwing gelaten, wat leidde tot het falen van de grief van Dexia.
Uiteindelijk kwam het hof tot de slotsom dat beide grieven van Dexia falen en dat het vonnis waarvan beroep bekrachtigd diende te worden. Dexia werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, die aan de zijde van de geïntimeerde op nihil werden begroot. Het arrest werd openbaar uitgesproken op 21 april 2015 door de meervoudige kamer van het hof.