ECLI:NL:GHAMS:2015:1823

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 april 2015
Publicatiedatum
19 mei 2015
Zaaknummer
23-003124-13
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mishandeling na beroep op noodweer in hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor mishandeling, maar heeft in hoger beroep vrijspraak gevraagd op basis van noodweer. De tenlastelegging betrof het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan een persoon genaamd [slachtoffer] op 22 augustus 2012 in Amsterdam. Tijdens de zitting in hoger beroep op 24 maart 2015 heeft de verdachte verklaard dat hij zich bedreigd voelde door de aangever en zijn vrienden, die hem en zijn vriend [getuige] lastigvielen. Het hof heeft de verklaringen van de verdachte en [getuige] in overweging genomen en vastgesteld dat er sprake was van een noodweersituatie. Het hof oordeelde dat de verdachte zich mocht verdedigen tegen de wederrechtelijke aanranding door de aangever. Hierdoor kon niet wettig en overtuigend bewezen worden geacht dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mishandeling. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Tevens werd de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte niet schuldig was bevonden aan het handelen dat de schade zou hebben veroorzaakt.

Uitspraak

parketnummer: 23-003124-13
datum uitspraak: 7 april 2015
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 26 juni 2013 in de strafzaak onder parketnummer
13-010798-13 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1993,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 24 maart 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
primair
hij op of omstreeks 22 augustus 2012 te Amsterdam aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (twee, althans een of meer (af)gebroken (voor)tand(en)), heeft toegebracht, door deze opzettelijk (met kracht) die [slachtoffer] met een (gebalde) vuist en/of hand een of meermaal in en/of op en/of tegen het hoofd/gezicht/mond, althans op en/of tegen het lichaam te slaan en/of stompen;
subsidiairhij op of omstreeks 22 augustus 2012 te Amsterdam opzettelijk mishandelend een persoon (te weten
[slachtoffer]), (met kracht) met een (gebalde) vuist en/of hand een of meermaal in en/of op en/of tegen het hoofd/gezicht/mond, althans op en/of tegen het lichaam heeft gestompt en/of geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 uren hechtenis, waarvan 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 4.365,94 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 augustus 2012 en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en voor het overige dient te vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard.

Vrijspraak

De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep het verweer gevoerd dat de verdachte uit noodweer heeft gehandeld en derhalve van alle rechtsvervolging dient te worden ontslagen.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
Op grond van de stukken in het dossier en het ter terechtzitting in hoger beroep verhandelde stelt het hof het volgende vast.
Op 22 augustus 2012 waren de verdachte en zijn vriend [getuige] op de Dam in Amsterdam. Op een bepaald moment kwamen er drie jongens, aangever [slachtoffer] en diens twee vrienden, de broers [getuigen], aangelopen, die, nadat ze zagen dat de McDonalds aan de het Damrak gesloten was, terugliepen in de richting van de Nieuwezijds Voorburgwal om daar een taxi te zoeken. Ze gingen bij de verdachte en [getuige] staan en vervolgens met een opgerolde poster over het hoofd van de verdachte zwaaien. De jongens begonnen over en weer te schreeuwen en te vechten, waarbij de verdachte een klap aan aangever [slachtoffer] heeft uitgedeeld en [getuige] op de grond terecht is gekomen. Nadat [getuige] was opgestaan, vervolgde hij samen met de verdachte zijn weg naar het station. De drie jongens kwamen achter hen aangelopen. De verdachte en [getuige] voelden zich bedreigd en schreeuwden naar de jongens dat ze weg moesten gaan. De jongens liepen vlak achter hen. Op enig moment voelde de verdachte dat hij door aangever [slachtoffer] op zijn schouder werd geraakt en heeft hij hem vervolgens ter verdediging een klap terug gegeven. Uit deze klap is het letsel ontstaan.
De verklaring van de verdachte wordt ondersteund door de verklaringen van [getuige], afgelegd bij de politie en bij de raadsheer-commissaris, en hun verklaringen worden op onderdelen ook bevestigd in de verklaringen van aangever en zijn metgezellen. Het hof leidt uit een en ander af dat de verdachte en zijn vriend [getuige] zich bedreigd voelden door de drie jongens, onder wie aangever, op het moment dat zij hun weg richting het station hadden vervolgd, nadat de eerste confrontatie was beëindigd.
Het hof laat daarbij de volgende omstandigheden meewegen:
 de verdachte en zijn vriend werden als eersten, zonder aanleiding, lastiggevallen door drie jongens;
 de verdachte en zijn vriend waren getalsmatig in de minderheid;
 er is over en weer geschreeuwd, geduwd, geslagen en geschopt, waarbij de verdachte op enig moment zijn duim heeft gebroken;
 de verdachte en zijn vriend werden, nadat deze eerste confrontatie had plaatsgevonden, bij hun weg naar het station achtervolgd door de jongens;
 de verdachte en zijn vriend hebben aangegeven dat zij het hinderlijk vonden dat ze werden gevolgd en dat de jongens weg moesten gaan;
 de jongens waren naar eigen zeggen op weg naar de Nieuwezijds Voorburgwal en dus oorspronkelijk niet van plan om richting het station te lopen, maar zijn achter de verdachte en zijn vriend zijn aangegaan;
 de verdachte werd als eerste bij zijn schouder aangeraakt en gaf als reactie daarop ter verdediging een klap terug.
Voor een succesvol beroep op noodweer is vereist dat sprake is van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van (het eigen of eens anders) lijf, eerbaarheid of goed. Daarnaast dient de wijze van verdediging geboden en noodzakelijk te zijn.
Het hof is dan ook van oordeel dat uit de hiervoor geschetste feiten en omstandigheden aannemelijk is geworden dat sprake is geweest van een noodweersituatie, waartegen de verdachte zich mocht verdedigen.
Voorts overweegt het hof dat met de term ‘mishandeling’ in de zin van artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht mede de wederrechtelijkheid van de gedraging tot uitdrukking wordt gebracht. Onder mishandeling wordt daarom verstaan het aan een ander toebrengen van lichamelijk letsel of pijn zonder dat daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat. Nu het hof van oordeel is dat aannemelijk is dat de verdachte het geweld in noodweer heeft gepleegd, kan niet wettig en overtuigend bewezen worden geacht dat verdachtes ten laste gelegde gedraging wederrechtelijk is gepleegd en als ‘mishandelend’ kan worden aangemerkt. De verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 6.967,93. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 4.978,44. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de benadeelde partij aangegeven de schadepost kosten voor rechtsbijstand niet te handhaven en voorts de schadepost medische kosten tandarts voortand element 11 te handhaven tot een bedrag van € 1.491,36, zijnde het bedrag dat naar het oordeel van de politierechter voor vergoeding in aanmerking komt.
Het hof verklaart de verdachte niet schuldig aan het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair of het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.F.E. Geerlings, mr. M.R. Cox en mr. D. Radder, in tegenwoordigheid van mr. J. Ineke, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 7 april 2015.
mr. M.R. Cox is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[....]