ECLI:NL:GHAMS:2015:1873

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 april 2015
Publicatiedatum
20 mei 2015
Zaaknummer
23-004761-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis met gedeeltelijke vernietiging en vrijspraak in hoger beroep inzake meerdere diefstallen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 20 november 2014. De verdachte, geboren in 1966 en thans gedetineerd in P.I. Amsterdam, was in eerste aanleg veroordeeld voor meerdere diefstallen, waaronder een diefstal van een personenauto en een diefstal met braak uit een horecagelegenheid. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank in grote lijnen bevestigd, maar heeft de beslissingen met betrekking tot de ISD-maatregel en een specifiek ten laste gelegd feit vernietigd. Het hof oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 15-800368-14 onder 1 ten laste gelegde feit had begaan, en sprak de verdachte daarvan vrij.

De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een ISD-maatregel van twee jaar, maar het hof besloot om de verdachte een laatste kans te geven, mede gezien zijn persoonlijke omstandigheden en de bereidheid om hulp te zoeken. Het hof legde een gevangenisstraf van negen maanden op voor de overige bewezen verklaarde feiten. De beslissing is genomen na zorgvuldige afweging van de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij ook rekening gehouden met het strafblad van de verdachte, die eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Parketnummer: 23-004761-14
Datum uitspraak: 17 april 2015
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 20 november 2014 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 15-800368-14 en 15-138666-14 en 15-700512-14 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1966,
adres: [adres],
thans gedetineerd in P.I. Amsterdam, HvB De Schans te Amsterdam.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 3 april 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit bevestigen behalve ten aanzien van de beslissingen met betrekking tot het in de zaak met parketnummer 15-800368-14 onder 1 ten laste gelegde en ten aanzien van de plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel), opgelegd voor het door de rechtbank in de zaak met parketnummer 15-800368-14 onder 1, 2, 3 en 4 en in de zaak met parketnummer 15-700512-14 onder 2 bewezen verklaarde. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd. Het vonnis zal voor het overige worden bevestigd, waaronder de beslissingen omtrent het in de zaak met parketnummer 15-138666-14 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-700512-14 onder 1 bewezen verklaarde, de beslagbeslissingen en de beslissingen op de vorderingen van de benadeelde partijen, daarbij inbegrepen de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte in de zaak met parketnummer 15-800368-14 onder 1 is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Oplegging van straf

De rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte met betrekking tot het in zaak met parketnummer 15-800368-14 onder 1, 2, 3, 4 en in zaak met parketnummer 15-700512-14 onder 2 bewezen verklaarde veroordeeld tot een ISD-maatregel voor de duur van 2 jaren en voorts de verdachte met betrekking tot het in zaak met parketnummer 15/138666-14 onder 1 en 2 en in zaak met parketnummer 15/700512-14 onder 1 bewezen verklaarde schuldig verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte dezelfde maatregel zal worden opgelegd als door de rechter in eerste aanleg is opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep met betrekking tot het in zaak met parketnummer 15-800368-14 onder 2, 3, 4 en in zaak met parketnummer 15-700512-14 onder 2 bewezen verklaarde de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een reeks diefstallen, waaronder een diefstal van een personenauto en een diefstal met braak en verbreking uit een horecagelegenheid. De slachtoffers zijn niet alleen getroffen door het verlies van de ontvreemde goederen, maar ook leveren die feiten materiele schade op. De verdachte heeft zich alleen laten leiden door zijn drang om aan geld te komen om bepaalde behoeften te financieren en zich niets gelegen laten liggen aan de gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers.
Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 26 maart 2015 is de verdachte eerder veelvuldig voor soortgelijke feiten onherroepelijk veroordeeld.
Hoewel er aanleiding is tot het opleggen van de ISD-maatregel en aan de wettelijke voorwaarden wordt voldaan, heeft het onderzoek ter terechtzitting het hof enig vertrouwen gegeven over de bereidwilligheid van de verdachte iets aan zijn situatie te doen. De raadsman heeft namens de verdachte gevraagd om een laatste kans, waarbij de verdachte initiatief zal nemen en vrijwillig de benodigde hulp zal zoeken. Het hof zal de verdachte deze laatste kans gunnen. Bij deze beslissing heeft het hof mede in aanmerking genomen dat de verdachte gedurende een eerder opgelegde maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders zijn broer heeft verloren en het thans niet goed gaat met de gezondheid van zijn moeder die 87 jaar is.
Gelet op verdachtes woelige verleden, diens omvangrijke strafblad en het gegeven dat verdachte als veelpleger kan worden aangemerkt, acht het hof, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de beslissingen met betrekking tot het in de zaak met parketnummer 15-800368-14 onder 1 ten laste gelegde en ten aanzien van de opgelegde plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) en doet in zoverre opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 15-800368-14 onder 1 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt de verdachte ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 15-800368-14 onder 2, 3 en 4 en in de zaak met parketnummer 15-700512-14 onder 2 bewezen verklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, mr. H.W.J. de Groot en mr. M. Gonggrijp-van Mourik, in tegenwoordigheid van mr. M. Helmers, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 17 april 2015.
mr. M. Gonggrijp-van Mourik is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[....]
.