Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 20 november 2014. De verdachte, geboren in 1966 en thans gedetineerd in P.I. Amsterdam, was in eerste aanleg veroordeeld voor meerdere diefstallen, waaronder een diefstal van een personenauto en een diefstal met braak uit een horecagelegenheid. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank in grote lijnen bevestigd, maar heeft de beslissingen met betrekking tot de ISD-maatregel en een specifiek ten laste gelegd feit vernietigd. Het hof oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 15-800368-14 onder 1 ten laste gelegde feit had begaan, en sprak de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een ISD-maatregel van twee jaar, maar het hof besloot om de verdachte een laatste kans te geven, mede gezien zijn persoonlijke omstandigheden en de bereidheid om hulp te zoeken. Het hof legde een gevangenisstraf van negen maanden op voor de overige bewezen verklaarde feiten. De beslissing is genomen na zorgvuldige afweging van de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij ook rekening gehouden met het strafblad van de verdachte, die eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.