3.2.De vrouw verzoekt, met vernietiging van de bestreden beschikking in zoverre, primair:
- haar toestemming te verlenen om met [de minderjarige] naar Polen ([A]) te verhuizen en hem aldaar naar school te laten gaan;
- te bepalen dat de vrouw eraan dient mee te werken dat:
a. [de minderjarige] ten minste eenmaal per vier weken voor een weekend van ten minste drie dagen naar Nederland zal komen voor een verblijf bij de man;
b. de man [de minderjarige] eenmaal per vier weken (twee weken na het hiervoor genoemde weekend) een (lang) weekend in Polen bij zich kan hebben in door de vrouw voor de man en [de minderjarige] te regelen kosteloze huisvesting;
c. [de minderjarige] in de Poolse zomervakantie gedurende de helft van de acht vakantieweken met de man kan doorbrengen, waarbij [de minderjarige], zolang hij geen acht jaar oud is, maximaal drie aaneengesloten weken achter elkaar bij iedere ouder verblijft;
d. [de minderjarige] in de Poolse wintervakantie (naar keuze van de man) gedurende een of twee weken bij de man verblijft;
e. [de minderjarige] in de even jaren gedurende de Poolse kerstvakantie (van een week) bij de man verblijft;
f. [de minderjarige] gedurende de Poolse meivakantie (van drie dagen inclusief het aansluitende weekend) bij de man verblijft;
g. [de minderjarige] ten minste tweemaal per week contact zal hebben met de man via telefoon of Skype;
h. de zorgregeling vanaf 1 september 2017, wanneer [de minderjarige] leerplichtig wordt, wordt aangepast, met dien verstande dat de frequentie en omvang van het contact van de man met [de minderjarige] zoveel mogelijk blijft gehandhaafd;
- te bepalen dat de vrouw de kosten voor één retourvlucht Nederland-Polen per vier weken voor de man zal vergoeden tot een maximumbedrag van € 169,- per ticket.
Subsidiair verzoekt zij haar toestemming te verlenen om met [de minderjarige] naar [A] (Polen) te verhuizen en hem daar naar school te laten gaan, met bepaling dat de vrouw moet meewerken aan een andere zorgregeling die het hof juist zal achten, zoveel mogelijk rekening houdend met het gegeven dat beide ouders hun steentje dienen bij te dragen in de compensatie en verzachting van de gevolgen van de verhuizing.