In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, betreft het een hoger beroep van de besloten vennootschap S’Energy B.V. tegen de naamloze vennootschap DELTA N.V. en een andere geïntimeerde. De zaak is een vervolg op een eerder arrest van 21 oktober 2014, waarin het hof een comparitie had gelast. De comparitie vond plaats op 6 februari 2015, waarna partijen hun standpunten hebben ingenomen. S’Energy vorderde onder andere dat DELTA c.s. een rapport van McKinsey zou overleggen, dat relevant is voor de waardering van aandelen in het kader van een vaststellingsovereenkomst. Het hof oordeelde dat aan de eisen van artikel 843a Rv was voldaan en dat er geen gewichtige redenen waren om het rapport niet te verstrekken. Het hof gelastte DELTA c.s. om binnen een maand een afschrift van het rapport aan S’Energy te verstrekken.
Daarnaast werd in het arrest de noodzaak van een deskundigenrapport bevestigd, waarbij het hof de deskundigen de opdracht gaf om de waarde van de aandelen te bepalen, zowel met als zonder de veronderstelde toezegging van DELTA c.s. om € 95 miljoen te investeren. Het hof stelde dat de deskundigen zelfstandig de waarde moesten vaststellen, los van de eerdere partijafspraken. De partijen werden in de gelegenheid gesteld om tussentijds beroep in cassatie in te stellen, wat hen de mogelijkheid bood om tegen de beslissing van het hof in beroep te gaan zonder te wachten op het eindarrest. De zaak werd verwezen naar de rol voor verdere uitlatingen.