ECLI:NL:GHAMS:2015:3015

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 juli 2015
Publicatiedatum
23 juli 2015
Zaaknummer
23-000939-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak met vrouw in staat van verminderd bewustzijn

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van ontucht met een vrouw die zich in een staat van verminderd bewustzijn bevond. De tenlastelegging omvatte onder andere het dwingen van de vrouw tot seksuele handelingen door middel van geweld. Tijdens de zitting in hoger beroep op 8 juli 2015 is het hof tot de conclusie gekomen dat de vrouw, hoewel zij alcohol had gedronken, niet in relevante mate onder invloed was om haar wil niet kenbaar te maken of weerstand te bieden tegen de seksuele avances van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de wisselende verklaringen van de vrouw niet voldoende bewijs opleverden voor de beschuldigingen. Hierdoor kon niet worden bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de hem ten laste gelegde feiten. Het hof heeft daarom de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde. Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. Het hof heeft de teruggave van in beslag genomen voorwerpen aan de benadeelde partij gelast.

Uitspraak

Parketnummer: 23-000939-15
Datum uitspraak: 22 juli 2015
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 26 februari 2015 in de strafzaak onder parketnummer 13-656913-12 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 8 juli 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
primair:
hij op of omstreeks 17 september 2012 te Amsterdam, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, door geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen,
bestaande uit of mede bestaande het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer], hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) zijn/hun penis in de vagina van
die [slachtoffer] geduwd/gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of
die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit
- haar met een hand in de bosjes duwen en/of
- haar op de grond duwen en/of
- het uittrekken/naar beneden trekken van haar broek;
subsidiair:
hij op of omstreeks 17 september 2012 te Amsterdam tezamen en in vereniging met
een ander of anderen althans alleen, met [slachtoffer] van wie hij verdachte
en/of verdachtes mededader(s) wist(en) dat die [slachtoffer] in staat van
bewusteloosheid of verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde dan wel aan
een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestesvermogens leed
dat die [slachtoffer] niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te
bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, een of meer
handelingen heeft gepleegd, die (mede) bestonden uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], immers hebbende verdachte en/of
zijn mededader(s) zijn/hun penis in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een andere beantwoording van de bewijsvraag komt.

Vrijspraak van het primair ten laste gelegde

Met de rechtbank, de advocaat-generaal en de raadsman is het hof van oordeel dat niet kan worden bewezen verklaard dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.

Vrijspraak van het subsidiair ten laste gelegde

Subsidiair wordt aan de verdachte verweten dat hij handelingen met aangeefster [slachtoffer] (hierna: de aangeefster) heeft verricht die bestonden uit het seksueel binnendringen, terwijl zij in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestesvermogens leed dat zij niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Nu niet kan worden vastgesteld dat [slachtoffer] ten tijde van de met haar verrichte seksuele handelingen in staat van bewusteloosheid of lichamelijke onmacht verkeerde dan wel aan een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestesvermogens leed, resteert de vraag of de verdachte het feit heeft gepleegd terwijl zij in staat van verminderd bewustzijn verkeerde.
Het hof is van oordeel dat niet buiten redelijke twijfel is komen te staan dat ten tijde van het seksuele contact tussen de verdachte en de aangeefster bij laatstgenoemde sprake was van een dusdanig verminderd bewustzijn, dat dit aan haar vrije seksuele wilsvorming of -uiting in de weg heeft gestaan. Gebleken is weliswaar dat de aangeefster die avond de nodige alcohol had gedronken, maar mede vanwege haar zeer wisselende verklaringen kan niet met voldoende mate van zekerheid worden vastgesteld dat zij zodanig onder invloed van alcohol was dat zij in relevante mate beperkt was in haar vermogen weerstand te bieden aan de seksuele avances van de verdachte (in het geval zij daarvan niet gediend was) of haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken, laat staan dat de verdachte zich van het een of het ander bewust is geweest, zodat evenmin vast is komen te staan dat het (voorwaardelijk) opzet van de verdachte gericht is geweest op het plegen van het feit.
Dit brengt mee dat de verdachte ook van het subsidiair tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken.

Beslag

Van de in beslag genomen en - voor zover - nog niet teruggegeven voorwerpen zal de teruggave aan de rechthebbende [slachtoffer] worden gelast.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 4.300, bestaande uit € 3.000 aan immateriële schade en € 1.300 aan kosten voor rechtsbijstand. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.500 aan immateriële schade en € 768 voor de kosten voor rechtsbijstand, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De rechtbank heeft de vordering voor het overige niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het primair en subsidiair ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Gelast de
teruggaveaan
[slachtoffer]van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 1 blauwe broek (4374547)
- 1 rode trui (4374550).
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door haar gemaakte kosten.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. van Woensel, mr. J.J.I. de Jong en mr. R.A.F. Gerding, in tegenwoordigheid van mr. L. Voet, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 22 juli 2015.
mr. Gerding en mr. Voet zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[....]