ECLI:NL:GHAMS:2015:3247

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 augustus 2015
Publicatiedatum
10 augustus 2015
Zaaknummer
200.173.999/01 NOT
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Rechters
  • H.T. van der Meer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verwijzing van de behandeling van een klacht naar een andere kamer voor het notariaat

Op 6 augustus 2015 heeft het Gerechtshof Amsterdam een beslissing genomen in de zaak met nummer 200.173.999/01 NOT. Het verzoek, ingediend op 27 juli 2015 door de voorzitter van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden, betrof de verwijzing van een klacht van [X] tegen [Y], notaris te [plaatsnaam], naar de kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag. De voorzitter stelde dat de klachten tegen [Y], [notaris Za] en [notaris Zb], die allen verbonden zijn aan hetzelfde notariskantoor, behandeld zouden moeten worden door dezelfde kamer voor het notariaat om juridische en proceseconomische redenen.

De president van het Gerechtshof Amsterdam heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van artikel 99 lid 2 van de Wet op het notarisambt. Het hof concludeerde dat er geen juridische basis was om de klacht te verwijzen naar een andere kamer, aangezien niet was aangetoond dat [Y] lid was van de kamer voor het notariaat in Arnhem-Leeuwarden. Bovendien waarborgde de mogelijkheid van hoger beroep tegen de beslissingen van de betrokken kamers voor het notariaat de rechtseenheid.

De president wees het verzoek af, waarbij hij benadrukte dat een voorshandse verwijzing naar een bepaalde kamer voor het notariaat de rechtsvinding zou kunnen beperken en de mogelijkheid van forumshopping zou openen. De beslissing werd genomen door mr. H.T. van der Meer.

Uitspraak

beslissing
__________________________________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
PRESIDENT
Beslissing van 6 augustus 2015 in de zaak onder nummer 200.173.999/01 NOT.

1.Het verzoek

1.1.
Ter griffie van het hof is op 27 juli 2015 een verzoek ingekomen namens de voorzitter van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden (hierna: de kamer).
1.2.
Dit verzoek betreft de verwijzing van de behandeling van de klacht van [X] te [plaatsnaam] , tegen [Y] , notaris te [plaatsnaam] , naar de kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag.
1.3.
Blijkens voormeld verzoek:
- is [Y] als notaris verbonden aan het kantoor [notariskantoor] ;
- heeft het kantoor [notariskantoor] een vestiging in [plaatsnaam] en een vestiging in
[plaatsnaam] ;
- zijn aan het kantoor [notariskantoor] tevens verbonden [notaris Za] en
[notaris Zb] , beiden notaris te [plaatsnaam] .
1.4.
Daarnaast blijkt uit voormeld verzoek dat [X] gelijktijdig met het indienen van de klacht tegen [Y] , een klacht heeft ingediend tegen
[notaris Za] en [notaris Zb] bij de kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag. Nu de klachten eensluidend zijn en zich richten tegen notarissen die zijn verbonden aan hetzelfde kantoor (maar onder de rechtsbevoegdheid van verschillende kamers voor het notariaat vallen) lijkt het de kamer, zowel op juridische (één eenduidige beslissing) als op proceseconomische gronden aangewezen, de klachten te laten behandelen door dezelfde kamer voor het notariaat.

2.Beoordeling

2.1.
Gelet op artikel 99 lid 2 Wet op het notarisambt (Wna), verzoekt de voorzitter van de kamer voor het notariaat de president van het gerechtshof Amsterdam om een andere kamer aan te wijzen teneinde zich met de behandeling van een klacht te belasten, indien deze klacht is ingediend met betrekking tot de leden of plaatsvervangende leden van de kamer voor het notariaat die notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris zijn.
2.2.
Nu niet is gesteld of gebleken dat [Y] (plaatsvervangend) lid is van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden en in aanmerking genomen dat:
i. de wet (al dan niet analoog toegepast) geen aanknopingspunten biedt, in een geval als het
onderhavige, de behandeling van de klacht te verwijzen naar een andere kamer voor het notariaat;
ii. de rechtseenheid is gewaarborgd door de mogelijkheid van het instellen van hoger beroep tegen de beide (mogelijk niet eenduidige) beslissingen van de betrokken kamers voor het notariaat bij de notariskamer van het gerechtshof Amsterdam;
iii. de rechtsvinding zou kunnen worden beperkt door een voorshandse verwijzing van eensluidende klachten naar een bepaalde kamer voor het notariaat; en
iv. een dergelijke voorshandse verwijzing de mogelijkheid van forumshopping opent,
komt het verzoek niet voor toewijzing in aanmerking.
2.4.
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

3.Beslissing

De president wijst het verzoek af.
Deze beslissing is gegeven door mr. H.T. van der Meer op 6 augustus 2015.