Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 08 juli 2012 in de gemeente Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk een vrouw, genaamd [slachtoffer 1], van het leven te beroven, met dat opzet (met kracht en/of enige tijd) de keel van die [slachtoffer 1] heeft dichtgedrukt en/of heeft dichtgeknepen en welk vorenomschreven misdrijf (poging tot doodslag) werd gevolgd en/of vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten diefstal (met geweldpleging) (artikel 310/312 Wetboek van Strafrecht) en welke geweldshandeling(en) werd(en) gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; art 45 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 08 juli 2012 in de gemeente Alkmaar met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag van (ongeveer) 340 euro, althans enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aaneen vrouw, genaamd [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, (met kracht en/of enige tijd) de keel van die [slachtoffer 1] heeft dichtgedrukt en/of heeft dichtgeknepen;
hij op of omstreeks 26 juni 2012 in de gemeente 's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk een vrouw, genaamd [slachtoffer 2], van het leven te beroven, met dat opzet (met kracht en/of enige tijd) de keel van die [slachtoffer 2] heeft dichtgedrukt en/of heeft dichtgeknepen en welk vorenomschreven misdrijf (poging tot doodslag) werd gevolgd en/of vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten diefstal (met geweldpleging) (artikel 310/312 Wetboek van Strafrecht) en welke geweldshandeling(en) werd(en) gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; art 45 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 26 juni 2012 in de gemeente 's-Gravenhage met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag van (ongeveer) 250 euro, althans enig geldbedrag en/of een telefoon (merk Samsung), geheel of ten dele toebehorende aan een vrouw, genaamd [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, (met kracht en/of enige tijd) de keel van die [slachtoffer 2] heeft dichtgedrukt en/of heeft dichtgeknepen;
hij op of omstreeks 09 juli 2012 in de gemeente Utrecht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk een vrouw, genaamd [slachtoffer 3], van het leven te beroven, met dat opzet (met kracht en/of enige tijd) de keel van die [slachtoffer 3] heeft dichtgedrukt en/of heeft dichtgeknepen en welk vorenomschreven misdrijf (poging tot doodslag) werd gevolgd en/of vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten diefstal (met geweldpleging) (artikel 310/312 Wetboek van Strafrecht) en welke geweldshandeling(en) werd(en) gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; art 45 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 09 juli 2012 in de gemeente Utrecht met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag van (ongeveer) 300 euro, althans enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aaneen vrouw, genaamd [slachtoffer 3] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, (met kracht en/of enige tijd) de keel van die [slachtoffer 3] heeft dichtgedrukt en/of heeft dichtgeknepen;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 26 juni 2012 tot en met 9 juli 2012 en/of op 30 juli 2013 te Alkmaar en/of Den Haag en/of Utrecht, in elk geval in Nederland, (telkens) als vreemdeling heeft verbleven, terwijl hij (telkens) wist of ernstige reden had te vermoeden dat hij op grond van artikel 67 van de Vreemdelingenwet 2000, in elk geval op grond van enig wettelijk voorschrift, tot ongewenst vreemdeling was verklaard OF terwijl tegen hem een inreisverbod was uitgevaardigd met toepassing van artikel 66a, zevende lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
Vonnis waarvan beroep
- met betrekking tot de verdachte door de officier van justitie van het Regioparket Haarlem-Alkmaar op 19 juni 2013 een Europees Arrestatiebevel is uitgevaardigd;
- de verdachte ingevolge dat bevel op 26 juni 2013 door de Spaanse autoriteiten is aangehouden;
- Nederlandse opsporingsambtenaren de verdachte in opdracht van voornoemde officier van justitie op 30 juli 2013 te 12.00 uur op de luchthaven van Madrid van de Spaanse autoriteiten hebben overgenomen en hem vervolgens per vliegtuig hebben overgebracht naar Nederland;
- die opsporingsambtenaren de verdachte bij aankomst in Nederland te 15.40 uur in opdracht van genoemde officier van justitie hebben aangehouden.
2013) moet berusten op een vergissing. De feiten en omstandigheden die verder in de beschikking zijn genoemd houden immers verband met het vergrijp dat de verdachte thans onder 3 wordt verweten en op 9 juli
2012zou zijn begaan, terwijl de verdachte zich op 9 juli 2013 in Spanje in overleveringsdetentie bevond. Evenmin kent het hof doorslaggevende betekenis toe aan het feit dat in het dictum van de beschikking - in plaats van de Nederlandse - de Portugese autoriteiten worden genoemd. In de beschikking is namelijk opgenomen dat deze is gegeven naar aanleiding van rechtshulpverzoeken van (slechts) de Nederlandse autoriteiten.
Vrijspraak van het onder 1, 2 en 3 telkens primair ten laste gelegde
Bewijsoverwegingen
modus operandiin de drie voorliggende zaken in essentie dezelfde, te weten:
- de dader opereert alleen;
- de dader kiest een prostituee als slachtoffer;
- de dader presenteert zich bij de prostituee als een klant;
- de dader knijpt of drukt in een onbewaakt moment de keel van achter dicht totdat het slachtoffer bewust zijn verliest;
- de dader pakt daarna het contante geld van het slachtoffer weg en neemt vervolgens de benen.
modus operandieerder door de verdachte is gehanteerd, namelijk bij drie berovingen waarvoor hij bij arrest van 1 maart 2010 (parketnummer 21-003396-09) onherroepelijk is veroordeeld door dit hof (nevenzittingsplaats Arnhem), terwijl in de periode van 2008 tot 29 oktober 2012 geen andere zaken met een andere verdachte bekend zijn geworden waarbij sprake is van een combinatie van een signalement en een
modus operandials hier aan de orde.
hij op 8 juli 2012 in de gemeente Alkmaar met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van 340 euro, toebehorende aan [slachtoffer 1], welke diefstal werd voorafgegaan van geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat hij, verdachte, met kracht en enige tijd de keel van die [slachtoffer 1] heeft dichtgedrukt en/of heeft dichtgeknepen;
hij op 26 juni 2012 in de gemeente 's-Gravenhage met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van ongeveer 250 euro en een telefoon (merk Samsung), toebehorende aan [slachtoffer 2], welke diefstal werd voorafgegaan van geweld tegen die [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat hij, verdachte, met kracht en enige tijd de keel van die [slachtoffer 2] heeft dichtgedrukt en/of heeft dichtgeknepen;
hij op 9 juli 2012 in de gemeente Utrecht met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van ongeveer 300 euro, toebehorende aan [slachtoffer 3], welke diefstal werd voorafgegaan van geweld tegen die [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat hij, verdachte, met kracht en enige tijd de keel van die [slachtoffer 3] heeft dichtgedrukt en/of heeft dichtgeknepen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
€ 5.200 (vijfduizend tweehonderd euro)bestaande uit € 2.700 (tweeduizend zevenhonderd euro) materiële schade en € 2.500 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 juni 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 5.200 (vijfduizend tweehonderd euro)bestaande uit € 2.700 (tweeduizend zevenhonderd euro) materiële schade en € 2.500 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
61 (eenenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.