ECLI:NL:GHAMS:2015:4867

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 november 2015
Publicatiedatum
23 november 2015
Zaaknummer
R 000054-15 (23-003953-08)
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klaagschrift ex artikel 552a Sv betreffende teruggave van inbeslaggenomen geldbedrag

Op 6 oktober 2011 is er een klaagschrift ingediend bij het Gerechtshof Amsterdam, ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, door een klager gevestigd in Singapore, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J. Kuijper. Het klaagschrift betreft de teruggave van een inbeslaggenomen geldbedrag van € 350.000,00, dat onder de verdachte in beslag was genomen op 20 maart 2008 te Schiphol. De verdachte heeft afstand gedaan van het geldbedrag, en de rechtbank te Amsterdam heeft op 18 juli 2008 het geldbedrag verbeurd verklaard. Tegen deze verbeurdverklaring is hoger beroep ingesteld.

Tijdens de behandeling van het klaagschrift op 20 november 2015 heeft het hof de advocaat-generaal gehoord, evenals mr. J. Kuijper, die aangaf dat zij zich niet meer door de klaagster gemachtigd achtte. De klaagster is niet verschenen, maar heeft gesteld dat zij eigenaar is van het geldbedrag en dat er geen strafvorderlijk belang is dat zich tegen teruggave verzet. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot ongegrond verklaring van het klaagschrift.

Het hof heeft de vraag beoordeeld of het onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later het geldbedrag zal verbeurd verklaren of onttrekken aan het verkeer. Het hof heeft deze vraag ontkennend beantwoord, gezien de eerdere beslissing van de strafrechter over het geldbedrag. Het belang van de strafvordering verzet zich tegen teruggave van het beslag. Daarom heeft het hof het beklag ongegrond verklaard en de onverwijlde betekening van deze beschikking aan de klager bevolen.

Uitspraak

rekestnummer: 000054-15
parketnummer: 23-003953-08
Op 6 oktober 2011 is ter griffie van dit hof ingekomen een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[klager].,
gevestigd te Singapore,
te dezer zake domicilie kiezende ten kantore van haar advocaat,
mr. J. Kuijper, advocaat te (Willemsparkweg 63, 1071 GS) Amsterdam,
thans Amstel 326 (1017 AR) Amsterdam.

1.Inhoud van het klaagschrift

Het klaagschrift strekt zich tot het verzoek tot teruggave aan klager van het in klaagschrift genoemde, onder de verdachte [verdachte], inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven geldbedrag van € 350.000,00 (hierna en verder: het geldbedrag).

2.Procesgang

Op 20 maart 2008 is te Schiphol het geldbedrag onder voornoemde verdachte in beslag genomen. De verdachte [verdachte] heeft medegedeeld afstand te doen van het geldbedrag. De rechtbank te Amsterdam heeft op 18 juli 2008 vonnis gewezen in de hoofdzaak (parketnummer 15-800543-08) en het geldbedrag verbeurd verklaard. Tegen dit vonnis is hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennis genomen van de relevante stukken in de strafzaak onder bovengenoemd rekest- en parketnummer en heeft de advocaat-generaal op 6 november 2015 ter gelegenheid van de openbare behandeling van het klaagschrift in raadkamer gehoord. Bij de openbare behandeling was eveneens verschenen mr. J Kujper, advocaat te Amsterdam, die desgevraagd aangaf dat zij zich niet meer door de klaagster gemachtigd acht om haar als advocaat bij te staan.
De klaagster -hoewel behoorlijk opgeroepen- is niet verschenen. De klaagster heeft zich op het standpunt gesteld dat zij redelijkerwijs kan worden aangemerkt als eigenaar van het geldbedrag, dat het geldbedrag aan haar toebehoort en dat er geen strafvorderlijk belang is dat zich tegen teruggave verzet.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot ongegrond verklaring van het klaagschrift.

3.Beoordeling

Het klaagschrift is tijdig namens klaagster ingediend.
De vraag die bij de beoordeling van het beklag, dient te worden beantwoord is of het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, het geldbedrag zal verbeurd verklaren dan wel dit zal onttrekken aan het verkeer. Deze vraag wordt ontkennend beantwoord.
Gelet op de heden in de strafzaak tegen de verdachte [verdachte] (parketnummer 23-003953-08) door het hof genomen (nog niet onherroepelijk geworden) beslissing ten aanzien van het geldbedrag, te weten verbeurdverklaring, verzet het belang van strafvordering zich tegen teruggave van het beslag.
Het beklag zal daarom om die reden ongegrond worden verklaard.

4.Beslissing

Het hof:
Verklaart het beklag ongegrond.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan klager.
Deze beschikking is gewezen door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. F.M.D. Aardema, mr. E.N. van der Spoel, en mr. M.W. Groenendijk, in tegenwoordigheid van mr. M. Boelens, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 november 2015.
Mr. F.M.D. Aardema is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.