Uitspraak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
inrichting voor jeugdigen.
€ 2.997,31 (tweeduizend negenhonderdzevenennegentig euro en eenendertig cent) bestaande uit € 497,31 (vierhonderdzevenennegentig euro en eenendertig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 2.997,31 (tweeduizend negenhonderdzevenennegentig euro en eenendertig cent) bestaande uit € 497,31 (vierhonderdzevenennegentig euro en eenendertig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
39 (negenendertig) dagen jeugddetentie, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 5.622,78 (vijfduizend zeshonderdtweeëntwintig euro en achtenzeventig cent) bestaande uit € 1.122,78 (duizend honderdtweeëntwintig euro en achtenzeventig cent) materiële schade en € 4.500,00 (vierduizend vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 5.622,78 (vijfduizend zeshonderdtweeëntwintig euro en achtenzeventig cent) bestaande uit € 1.122,78 (duizend honderdtweeëntwintig euro en achtenzeventig cent) materiële schade en € 4.500,00 (vierduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
63 (drieënzestig) dagen jeugddetentie, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.