Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in het hoger beroep
Ontvankelijk van de verdachte in het hoger beroep
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 6 september 2012 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [verdachte 2] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een of meer sleutel(s) (van een (personen)auto (merk/type: Audi/S6) (kenteken: [kentekennummer]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [verdachte 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar opzettelijk gewelddadig en/of dreigend
Vonnis waarvan beroep
Bewijsverweren
Uit celmateriaal dat zich op voornoemde pet bevond, is een zogenaamd DNA-mengprofiel verkregen. Forensisch DNA-onderzoek heeft uitgewezen dat het celmateriaal afkomstig was van minimaal drie donoren, dat uit het DNA-mengprofiel een mannelijk DNA-hoofdprofiel kon worden afgeleid, welk hoofdprofiel gelijk was aan het DNA-profiel van de verdachte, en dat de kans dat een willekeurige man hetzelfde DNA-profiel had, kleiner was dan één op één miljard. Op grond van een en ander concludeert het hof dat de verdachte de donor is geweest van het op de pet aangetroffen celmateriaal waarvan het DNA-hoofdprofiel is verkregen.
Hoofdagent [verbalisant 2] heeft op 8 oktober 2012 een interne nieuwsbrief ontvangen, waarin een tweetal foto’s (van een bij de onderhavige beroving betrokken persoon) voor de herkenning was gevoegd. Na het bekijken van de foto’s had hij een vermoeden wie de aangewezen persoon op de foto’s kon zijn, namelijk de hem ambtshalve bekende verdachte. Na het bekijken van de camerabeelden herkende hij de persoon die daarop te zien was (opnieuw) als de verdachte. Hij herkende hem aan de vorm van zijn gezicht, zijn lichaamslengte en haarlijn/-dracht. [verbalisant 2] had de verdachte eerder, op 13 maart 2009, aangehouden ter zake van rijden onder invloed. Daarnaast had hij hem op 29 november 2011 herkend van een foto van een onderzoek naar een woninginbraak.
Daarnaast heeft [medeverdachte 1], gevraagd naar de carjack, op 8 september 2012 ten overstaan van de politie over de betrokkenheid van – zo leidt het hof uit diens verklaring af – de verdachte verklaard toen hij zei:
“Jullie weten toch wie het is. Jullie hebben al zijn spullen gevonden”.[medeverdachte 1] heeft verder verklaard dat hij met de persoon die hij aanduidde als ‘[bijnaam]’ in de buurt van de garage was toen ‘[bijnaam]’ achter de Audi van de aangever aanreed die zojuist de parkeergarage was ingereden. Hierop zag [medeverdachte 1] dat ‘[bijnaam]’ een vuurwapen in zijn hand had en daarmee de aangever bedreigde en van die laatste de sleutels kreeg. ‘[bijnaam]’ had volgens [medeverdachte 1] het telefoonnummer [telefoonnummer 1]. Hierdoor staat voor het hof vast dat ‘[bijnaam]’ de verdachte is.
Bewezenverklaring
hij op 6 september 2012 te Amsterdam, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [verdachte 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een sleutel (van een personenauto, merk/type Audi/S6, (kenteken [kentekennummer]), toebehorende aan [verdachte 2], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte toen aldaar opzettelijk dreigend
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [verdachte 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren en 6 (zes) maanden.
€ 20.182,39 (twintigduizend honderdtweeëntachtig euro en negenendertig cent)bestaande uit € 17.682,39 (zeventienduizend zeshonderdtweeëntachtig euro en negenendertig cent) materiële schade en € 2.500 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.737 (duizend zevenhonderdzevenendertig euro).
€ 20.182,39 (twintigduizend honderdtweeëntachtig euro en negenendertig cent)bestaande uit € 17.682,39 (zeventienduizend zeshonderdtweeëntachtig euro en negenendertig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
135 (honderdvijfendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.